Hoekje

Ik hou me niet bewust afzijdig van mensen, behalve dan dat ik toch maar wat graag naar de uithoeken van ‘t Diemerbos fiets vooraleer ik wandelend de onverharde paden betreed. Ik stop niet met er rekening mee houden dat ik hondenbezitters, zeldzame stelletjes of de magere man met plastic tas, korte broek plus gehaast pasje & met een doorzichtig coronamasker, kan tegenkomen.

Ik heb ‘m de 1e keer gedag gezegd, zoals ik iedereen gedag zeg hier, ‘t is tenslotte alsof je jezelf in een dorp hebt verplaatst. Maar bij gebrek aan iets meer dan een ‘Brmpf’, wat dat ook betekend moge hebben, heeft die 1e ontmoeting mij niet gestimuleerd bij hem nog een keer te doen.

Gister hoorde ik een homostel al van 20 m aan komen lopen. Ze hadden ‘t over paddenstoelen zoeken. & Ik begreep dat ze ‘t over die in ‘t bos verstopte baardige man moesten hebben, voorovergebogen met een fototoestel in gereedheid.
Hoewel dat laatste niet klopte, begreep ik dat mijn houding mijn mobieltje in iets duurders had omgetoverd.
Dus ik rechtte mijn rug & zei dat ik daar inderdaad mee bezig was, maar dat ik eigenlijk voor insecten ging.
‘Maar ja, er zijn er nog maar zo weinig nu.’
‘Nou, veel plezier,’ zei de babbelkous.
& De andere humde er iets achter aan, terwijl hij snel verder ging met waar ze gebleven waren voordat ik in ‘t vizier kwam, voetstappen traag zompig wegzakkend in ‘t modderpad.

Geen hond zowaar. Je komt zelden hondlozen tegen, tenzij de magere man met plastic tas & korte broek.

Toen ben ik maar gaan zitten. 1st Broodje als veel te late lunch, daarna snel een bier er overheen.
Ik zette m’n bril op. Las m’n boek die altijd meereist zolang-ie niet uit is.
& Die enkele keer dat er nog anderen in dit vergeten hoekje me voorbij kwamen, geen stellen, de magere man was allang voorbij, wel hondenbezitters, een keer vergezeld van bezoek, een keer van slechts zijn hond; ik schoof m’n bril omlaag (anders kan ik niet zien of ze mij zien) & zei gedag.

Mijmerde vervolgens verder dat ik ‘t toch wel kon, wat ik ooit dacht nooit te kunnen. Niemand zien, niemand om over na te denken. Op die magere man na dan.
& Die 2 vrouwen die raar keken toen ik m’n bril omlaag deed om gedag te zeggen.

Daar in ‘t bos hoef je niet je 2e hand te gebruiken om te tellen wie er nog meer zijn in de nabijheid van Zijperspace.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *