Cursus Lijfloggen: Deel 11

Rouw!

Ik had mijn vader gezien, had hem kort aangeraakt, mijn hand op zijn over elkaar heen gevouwen handen gelegd, was naar mijn ouderlijk huis gegaan, waar de hele familie bijeen zat, ging in hun midden zitten en bemerkte vervolgens onmiddellijk dat mijn nek vastzat. Zo van: als ik mijn hoofd voorover wilde buigen, dan weigerde mijn nek aan de rechterkant daaraan te voldoen.

Ik kon nog wel naar links en lichtelijk naar rechts bewegen, probeerde dat ook zoveel mogelijk te doen om het boeltje dat mijn hoofd in het gareel hield soepel te houden, of opnieuw enigszins beweeglijk te maken, maar een lichte buiging naar voren betekende al een pijnscheut, die als een bliksemschicht van mijn achterhoofd tot boven mijn slapen trok. Ik keek vooral naar mijn moeder, die voor mij links gezeten was, en negeerde noodgedwongen het gezelschap van broers en schoonzussen die in mijn zogenaamde blinde vlek aan mijn rechterzijde zat. Terwijl we praatten over hoe mijn vader zijn laatste adem had uitgeblazen en hoe wij de komende dagen zouden doorkomen, masseerde ik de spieren in mijn nek die vooral geneigd leken mijn hoofd achterover te trekken. De volgende dag had ik als gevolg hiervan last van de spieren in mijn rechterboven- en onderarm, alsook nog steeds van die in mijn nek.

Tot aan mijn vaders begrafenis, nog enkele dagen erna zelfs, bleef mijn nek me parten spelen.

Men zegt wel dat emoties die een mens niet kan verwerken een andere uitlaatklep gaan opzoeken. Een andere dan het onmiddellijk geestelijk verwerken ervan. Komt verdriet er bijvoorbeeld niet uit door middel van tranen of een goed gesprek, dan gaat het gevoel zijn eigen weg kiezen. Gevoel moet stromen, het zoekt een weg, een uitweg, kan niet geblokkeerd worden. Maar een mens heeft een dermate grote hoeveelheid aan rationele krachten dat hij bepaalde uitlaatkleppen weet af te sluiten. Toch wil de emotie naar buiten; het wil niet onderdrukt worden. Het gaat joyriden op andere stromen van het menselijk lichaam, haalt rechtsom in bij een bundel spieren, waar slechts linksom toegestaan is, surft een beetje mee met rode bloedlichaampjes door het lymfvatenstelsel, en weet uiteindelijk een algehele chaos te creëren doordat het lichaam alle wegen blokkeert, omdat de centrale verkeersleiding in de hersenen er achter is gekomen dat bepaalde emoties niet via de tranenbuis de weg naar buiten hebben gevonden.

Om het maar even simpel uit te leggen.

Ziedaar. Hier biedt de moderne techniek een oplossing. De mens is inmiddels zo ver geëvolueerd en met hem de mogelijkheden tot communicatie, dat we tegenwoordig kunnen profiteren van een non-stop mogelijkheid dit soort gevoelens te ventileren.

Men neme een weblog, een lijflog zogezegd, en slaat de beide handen uit naar het toetsenbord, om zodoende verhaal te doen van hetgeen er dwars zit. Alle remmen los, de spieren in de armen tot onderaan de nek worden beschikbaar gesteld, zelfs de spieren in de rug alsook die op enkele andere plaatsen in het lichaam worden ingezet om in een zo comfortabel mogelijke houding hieraan te beginnen, voor het zo goed mogelijk verwoorden van alles dat de persoon in kwestie emotioneel beknelt. Men zal dientengevolge veel minder last hebben van onnodige ophopingen van emoties op onverklaarbare, maar o zo tastbare plekken in het lichaam. Go with the flow, en men zal zien dat er geen hyperventilerende luchtwegen van zich doen spreken, laat staan dat men al typend in de gaten heeft dat het hart een verhoogde activiteit aan kloppen vertoont. De continue stroom van tikken op het toetsenbord overstemt immers dat relatief zachte interne bonzen.

Men kan zich uiten, de gedachten op een rij zetten, een traan pinken bij het schrijven van een bepaalde passage, na plaatsing op de webstek hopen op ondersteunende reacties van mensen met gelijke of juist andersoortige ervaringen, terwijl de materie waar het allemaal om begonnen was, in mijn geval de dood van mijn vader, helderder, beter geordend, en emotioneel minder beladen voor de geest komt.

Men heeft een vorm van rouw gevonden.

Ik in ieder geval. Zelfs al lang voordat mijn vader enkele weken geleden daadwerkelijk stierf.

Dat ik evenzogoed last van mijn nek had, de avond van zijn dood en daaropvolgende dagen, lag volgens mij aan het feit dat ik het niet kon bevatten dat het op dat moment uiteindelijk toch zo ver was. En ik zag een berg aan zaken die allemaal vóór zijn begrafenis nog geregeld moest worden door mij en mijn broers. We moesten enkele dagen de emoties opzij zetten, de handen uit de mouwen steken en mijn vader een mooie begrafenis bezorgen. Het deed er even niet toe dat mijn nek daarbij niet meewerkte. Het was belangrijker dat ik samen met mijn vijf broers de kist van mijn vader naar het graf zou tillen, dat ik een toespraak in de kerk zou houden, dat er een rouwkaart in de brievenbus van eenieder die hem had gekend zou komen, dat het stukje muziek zou spelen dat hij zijn eigen begrafenis had toegedacht. Etcetera.

Mijn nek was rouw, ik had even geen tijd het onder woorden te brengen.

Huiswerk: Gedenk uw ouders.

(Deel 0 staat hier, als introductie op wat ik 50 afleveringen lang heb volgehouden te schrijven voor ‘t weblogmagazine about:blank, maar verloren werd gewaand. Deel 1, Deel 3  [daar kan je ook lezen wat er aan de hand is met Deel 2], Deel 4, Deel 5, Deel 6, Deel 7, Deel 8, Deel 9 & Deel 10 zijn reeds herverschenen alhier. De komende tijd zal ik de rest van ‘t materiaal dat ik ondertussen geheel heb teruggevonden alsnog hier gaan publiceren.)

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *