invasie

Ik keek naar buiten & zag een draad waaraan gele druppels omhoog liepen ipv naar beneden.
Ik moest goed kijken. Drukte m’n neus tegen ’t raam. ’t Was op een afstand van nog geen 2 meter, maar de aanblik was dermate onwaarschijnlijk dat ik ’t niet juist leek te interpreteren.
De minuscule druppels leken in slagorde op weg naar boven. Richting balkon van de bovenbuurvrouw. Ik keek verder omhoog & zag dat enkele druppels reeds gearriveerd waren.
Ik gooide de tuindeuren open om ’t verschijnsel nader te kunnen bestuderen.
’t Dunne draad, afkomstig van een spin, vertoonde geen gele druppels, maar kleine, bijna doorzichtige spinnetjes. 100-en Waarschijnlijk. Allemaal identiek, allemaal niet groter dan 1 mm². Hun pootjes glinsterden rood dankzij enkele zwakke zonnestralen.
Ze kwamen van tussen de parasol & de bloempotten vandaan. Een slordig web, vast niet bedoeld om vliegen te vangen, hing daar vol met hun soortgenoten, nog op zoek naar de richting die zij de rest van hun leven moesten geven. Meer krioelen deden zij, terwijl degenen die de weg omhoog hadden genomen hun doel gevonden leken te hebben.
In slagorde, ik had ’t juist gezien. Bij gebrek aan evenwijdig lopende paden, achter elkaar aan.
Ik wilde m’n bovenbuurvrouw niet zijn. Ik zag hordes kleine spinnetjes uitgroeien tot hordes grote spinnen. Met hechte familiebanden. Waardoor ze ’t komende jaar niet van plan zouden zijn te gaan verhuizen. Nog lekker een tijdje in de buurt van moeder blijven. Om vervolgens zelf moeder te worden & eieren te gaan leggen.
’t Web aan de onderkant, daar waar de eitjes tot spinnen waren getransformeerd, hing aan elkaar van onoverzichtelijk gespannen draden, waarin geen structuur was terug te vinden, behalve dat ’t enkele uiteindes had waarmee ’t zich vastgebeten had in de parasol & enkele bloempotten. De architectuur waar de spin zo om bekend staat was er niet in terug te herkennen. Waarschijnlijk had moeder hoge nood in ’t naar buiten werpen van haar kroost & daarbij geen rekening gehouden met ’t feit ook dergelijke activiteiten een schone gebeurtenis kunnen zijn.
Een spin legt meer esthetiek in ’t doden dan in ’t doen voortleven, bedacht ik.
Hoewel de manier waarop al die kleine lichaampjes op geringe afstand elkander volgden mij ook gefascineerd deed toekijken. Een leger van identieke lichamen wordt blijkbaar gedreven door een identieke gedachte: zo snel mogelijk boven zien te komen.
Als spinnen oren hebben, dacht ik, & die oren zijn ingesteld op hun micro-niveau, voor een mens ondenkelijk gevoelig voor ’t ‘kleine’ geluid, hoeveel lawaai maken ze dan, daar met z’n allen stampend op dat ene draadje richting omhoog?
& Welke vogel ziet er straks, of misschien wel momenteel, alleen dat gedrocht van een angstwekkend groot mens staat er te dichtbij, dat er een lekkernij van een oneindig aantal hapklare brokken spinnenvlees zich begeeft naar een centraal gelegen foerageerpunt, geheel vrijwillig, als lemmingen klaar zich in de maag van een gevederde te storten?
Ik heb heus wel natuurfilms gekeken in ver verleden kinderjaren. Ik heb de wonderen der natuur me gepresenteerd zien worden. Maar toch kon ik me bij dit beeld niet onttrekken aan ’t idee dat er een leger van buitenaardse wezens zich meester had gemaakt van de aarde, of daar in ieder geval mee bezig was. Als van te voren geïnstrueerde wezentjes, of misschien wel robotjes, waren ze op een ogenschijnlijk onschuldig plekje terecht gekomen, hadden hun ruimteschip verlaten & nu op weg de 1e mens te onderwerpen aan hun wil.
Ik had nog steeds te doen met m’n buurvrouw, maar besefte tegelijkertijd dat sf-films die de Vpro gedurende 1 zomermaand uitzond, me indertijd meer interesseerden dan de Eo-natuurdocumentaires op de dinsdagse vroege avond.
Om toch zeker te zijn van mezelf, om toch erger te doen voorkomen, ’t zekere voor ’t onzekere te nemen, heb ik m’n hand door de lange draad die richting ’t balkon van m’n buurvrouw liep gehaald. Met menselijke kracht, in hun ogen bijkans bovennatuurlijk, ’t uit elkaar gescheurd. Daarna snel met m’n hand heen & weer gewapperd. Toch met ’t idee dat de beesten middels ’t kleverige spinnendraad aan m’n hand vastgeplakt zaten.
Om vervolgens gelijk weer spijt te hebben. Nu kon de familie zich waarschijnlijk niet meer bij elkaar voegen. Een uit elkaar gescheurde familie. Letterlijk. & Ik was verantwoordelijk.
De gedachte dat er ergens op mijn reuzenlichaam nog een ietepieterig spinnetje zou bevinden deed mij echter gruwen, wat mij enkele stappen naar achteren deed nemen. Waardoor de aanblik van ’t wonder van even tevoren was verdwenen, ik terugkeerde in mijn eigen alledaagse realiteit, & besloot de slaap, die zich nog in m’n ooghoeken bevond, weg te wrijven & te beginnen met ’t dagelijks schoonwassen van mijn lichaam.
Ik raapte een takje op van de grond, onderweg richting deuren opnieuw, opende de vuilnisemmer om ’t er in achter te laten & zag daar een 10-tal mieren krioelen tussen ’t afval van afgelopen dagen.

Men is zich bewust van een groter plan, een mogelijkheid tot invasie van Zijperspace.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *