‘Verkoop ook wijn?’ vraagt de man.
Ik moet ‘m vragen ’t nog een keer te herhalen, want duidelijk verstaanbaar was ’t niet voor mij.
‘Een heel klein beetje,’ antwoord ik vervolgens, ‘maar ’t gaat hier vooral om bier.’
‘Bier?’ reageert-ie niet al te snugger.
‘Ja, bier. We hebben hier ong 950 soorten bier.’
‘Ongelooflijk. Alles bier. Waarvandaan komt?’
‘Vanover de hele wereld.’
‘Ook van Joegoslavië?’
Ah, hij is joegoslaaf. Vandaar z’n rare accent.
‘Nee, geen bier uit Joegoslavië.’
‘Met bier Joegoslavië collectie kompleet.’
‘Nou nee; de collectie is nooit kompleet.’ Waarbij ik doel op de 1000-en andere soorten bier die niet in de winkel passen.
‘Dit ook voor bier?’ wijst de joegoslaaf op een bokaal waar 2 liter bier in past.
‘Ja, dat is ook voor bier,’ probeer ik geduldig vol te houden.
Vervolgens worden de aanstekers gemaakt van bierblikken aangewezen. & Natuurlijk de 6-literfles.
‘Dit’s ook bier,’ concludeert-ie.
‘Ja, alles is hier bier. Dit is een bierwinkel.’
‘Ik kom hier zeker terug. Dan koop ik grote fles voor vriend. Dan moet m’n vriend drinken. Dat maakt ‘m ….’ Hij denkt na. ‘….Goed.’
Hij kijkt me aan. Streng. Een aggressie verschijnt in z’n gezicht.
& Plots zegt-ie, ’t lijkt tussen neus & lippen door: ‘Ik neuk z’n vrouw.’
Hij loopt naar buiten. Roept wat zinnen. ’t Lijkt spaans.
Ik luister niet meer naar ‘m; denk nog na of-ie nou werkelijk zei wat-ie zei.
In Zijperspace drinkt men liever bier.