Ik kon meteen doorlopen.
Terwijl ik juist een boek had meegenomen. Dezelfde als de dag ervoor. In de hoop dat ik weer een aantal blz kon vorderen.
Einde van de gang, wees de verpleegster in t groen.
De enige groene. Iedereen die me te woord had gestaan was wit; zij groen.
Ik had wel enkele andere groenen voorbij zien komen, maar die gleden voorbij aan wachtkamers, schoven vreemde deuren door, verdwenen om duistere hoeken.
Maar t geeft wel vertrouwen. Een groene uitzondering geeft meer autoriteit. Dus liep ik gedwee naar t einde van de gang.
Een man vroeg om raad, daar aan t einde van de gang. Een andere verpleegster, deze in t wit, stond m te woord. De verpleegster die ik al kende.
Vaste klant.
Hoewel ze gister gezegd had: Ik kom niet meer zoveel bij jullie. Ben verhuisd.
Oh? Je woont niet meer op die woonboot?
Nee, Ilpendam nu.
Ik heb nog een belangstellende vraag gesteld over of dat betaalbaar was. Ja, grapte haar collega, als je een woonboot verkoopt, dan heb je opeens wel geld.
Daarna kon ik beginnen met trappen. & Zij keken toe hoe ik fietste, af & toe de bloeddrukmeter om mn arm oppompend of de tred verzwarend.
240 Watt, constateerden ze, das best wel goed.
Dat heb ik vanochtend ook al tegen de cardioloog beneden gezegd, maar die wilde niet geloven dat ik zonder sport best een goede conditie had.
Ja, wij zeggen altijd dat elke dag fietsen vaak nog beter is dan gewichten heffen op een sportschool.
Ik liet de bloeddrukmeter vervolgens van mn biceps afhalen. Daar was ruimte genoeg voor geweest, ik was immers geen sportschoolman.
& Ondanks dat wilde ik toch meehelpen. Ik bewoog mn arm mee met haar pogingen de bloedrukmeter te verwijderen.
Nee, zo gaat t niet, zei de verpleegster. Je kunt m beter stil houden.
Ik wist niet of ik t moest zeggen, maar ik zei t toch: Ik probeer elk lichamelijk contact zorgvuldig te ontwijken.
Want ik had t wel gevoeld. Ik probeerde t te negeren, maar bij t om mn arm heen draaien was t toch gebeurd. Ik snapte niet dat zon verpleegster dat niet voelde.
Maar nu ik t gezegd had, was duidelijk geworden dat ik er wel van wist, van die aanraking. & Nu wist ik dat zij t wist dankzij mij. Dat maakte t eigenlijk gênant. Soms raken woorden meer dan handen kunnen.
Ze had gedaan of er niets gebeurd was & had haar mond gehouden.
Hier is een handdoek. & Er staat een wasbak. Aan de andere kant kun je er weer uit, waren haar instructies.
Mn vaste klant zou me nu verder helpen. Ze had de man er op uit gestuurd & keek me aan.
Ah, jij komt je kastje inleveren.
Ben ik weer bij jou? vroeg ik.
Ja, ik zit al uren op je te wachten.
Ben ik dan te laat?
Ze lachte. & Nam me mee t kamertje in.
Ontbloot je bovenlijf maar, zei ze terwijl ze haar spullen weglegde op t bureau.
Daar was ik al aan begonnen, reageerde ik.
t Was me al zo vele malen gevraagd dat ik bij t betreden van weer een volgende kamer t als vanzelf wel kon bevroeden.
Ze keerde zich om, greep om mn middel.
Was t een beetje te doen? vroeg ze. Niet te veel last?
Nee, ik had nergens last van.
Ze maakte de riem los. Ontkoppelde t snoertje van t kastje. Kastje uit t beschermend zakje. Een snelle blik of alles gefunctioneerd had. Vervolgens legde ze t kastje met de gegevens opzij.
Ik spreidde mn armen. Ze moest er bij kunnen. Nadat ze de snoertjes van mn borst verwijderd had, begon ze met haar nagels aan de plakkertjes te pulken. Ze rukte ze los.
Heerlijk om gratis onthaard te worden door de verpleegster, zei ik.
Dat zal best een lekker gevoel voor jullie mannen zijn, lachte ze met me mee.
Ken je die film van die man die van zn vrienden een ontharingsbeurt van een oosterse dame krijgt aangeboden?
Ik keek vluchtig naar beneden & was blij dat ik niet zon man was.
Die man had hele bossen haar op zn borst. Halverwege de behandeling hield-ie t niet meer vol.
Hoe heet die film?
Dat weet ik niet meer.
Een laatste ruk & ik wist dat ik weer normaal was.
Misschien altijd wel geweest in Zijperspace.