kerstekwaad

Om er toch nog iets van te maken, ook mijn gemoed is bij tijd & wijle onderhevig aan ’t verlangen eens verwend te willen worden, heb ik dure paté gekocht. Doodgewone boterhammen beleg ik tijdens kerst met een dikke laag. Kruimeltjes die ernaast vallen worden door 1 vinger & een mes gedwongen terug te keren. Weigeren ze dan nog, dan verdwijnen ze onmiddellijk in ’t onvermijdelijk gapende gat dat mijn mond heet te zijn.

Dure paté. Bij ’t meisje van de delicatessen.
‘Doe maar van de kalkoen.’
‘Mm, lekker: eend.’
‘Een plakje everzwijn.’
‘Doe die andere eend ook maar.’
‘& Als laatste de kwartel.’
Dat alles met intervallen van ongeveer 1½ minuut: de tijd die zij nodig heeft plakken te snijden & op een viltje te leggen, plastic eromheen.

Wild in paté. ’t Meisje schiet af & toe uit, er valt wel ‘ns wat vanaf, vooral de duurste eend is erg grofkorrelig, dus zijn we gedwongen wat restjes voor te proeven.
Ik heb ondertussen wel een beetje verstand van paté. De dure paté wordt gemaakt met hele stukken lever, vers. Dit in tegenstelling tot de goedkopere soorten, ook lekker, maar gemaakt van stukjes van tevoren ingevroren lever, soms lichtjes gemalen, of tot mousse gestampt.
‘Dat proef je,’ zegt de delicatessenbaas.
‘Ja, dat proef je,’ beamen ‘t delicatessenmeisje & ik, de delicatessenklant.
Ik neem veel van de dure paté: € 2,70 per ons. Minder van de goedkope: € 1,70. Ik moet er immers wat van maken, terwijl anderen zich tegoed doen aan copieuze maaltijden, van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat & van ’s ochtends vroeg tot ’s avonds laat een dag later.

’t Delicatessenmeisje schraapt de kruimels van de eend bij elkaar. Ze haalt de helft met haar vingers naar zich toe, steekt dat in haar mond, om vervolgens mij de andere helft aan te bieden.
Vervolgens kijkt ze kwaad.
Ik wilde net zeggen dat ik ’t wel extreem lekker vond. Zelden zoiets gegeten.
‘O, jij niet,’ concludeer ik zachtjes voor mezelf.
Ik begon net te denken dat we op 1 golflengte zaten. Ik & ’t delicatessenmeisje.
‘Zeg delicatessenbaas,’ zegt ze tegen de delicatessenbaas.
‘Ja, delicatessenmeisje,’ antwoordt de delicatessenbaas.
‘Die eend is wel héél erg fantastisch.’
‘Oh, je vond ‘m dus toch wel lekker,’ reageer ik gerustgesteld.
‘Jij niet dan?’ vraagt ze mij verbaasd.
‘Jawel, jawel,’ haast ik mij te zeggen, ‘maar je keek opeens zo kwaad.’
‘O, ja,’ zegt ze, ‘ik ga altijd kwaad kijken als ik iets érg lekker vind.’
Dan is ’t tijd voor de delicatessenbaas om een toelichting te geven: ‘Er zitten rozijnen in, & een scheut madeira. Groffe verse stukken eendenlever. Die kalkoen is net zo lekker.’
Maar dat laatste wisten we al, want die is net zo duur.
Ik wacht tot ’t delicatessenmeisje weer kwaad gaat kijken & geef haar vervolgens veel geld. Ik ben haar dankbaar, maar niet alleen vanwege haar blik.

Thuis oefen ik. Ik schotel mezelf boterhammen voor, dik belegd met eendenpaté. Ik kijk in de spiegel hoe ik ’t vind. Des te kwader ik kijk, des te beter de kerst.

Dan bent u vast gewaarschuwd, mocht u iemand tegenkomen, afkomstig uit Zijperspace.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *