treurig

‘Nog maar 27 dagen,’ zei Fret laatst.
Dat is alweer een paar weken geleden. We zijn inmiddels verder.
‘Nog maar 27 dagen,’ zei hij dus. ‘We zijn toch eigenlijk wel treurig.’
‘Ja, ’t is treurig, Fret,’ zei ik.
‘Zulke knappe mannen als wij,’ zei Fret.
‘Ja, zulke knappe mannen als wij. & Vrouwen zien ons niet staan.’
‘Verliezen we gewoon allebei.’
‘Ja, maar jij verliest ’t meest.’
Ik wilde m’n verlies toch niet volledig toegeven. Er moest & zou iemand zijn die nog meer verliezer was dan ik.

We hadden 1st Von. Die zei dat ze gewonnen had. Dat was binnen een week van ’t nieuwe jaar.
‘Ja, Von. Jij hebt gewonnen,’ gaven we toe.
Maar achter haar rug om zeiden Fret & ik tegen elkaar: ‘Von speelt vals.’
‘Ja, Von is vrouw. Dan kan ik ’t ook.’
‘Sterker: Von is lesbische vrouw. Dan heeft ze de buit al binnen voordat ze haar mond opendoet. Als ik vrouw zou zijn dan zou ik op tieten vallen.’
‘Zeker die van Von.’
Dus besloten we met z’n 2-en door te gaan.
‘Von heeft nooit meegedaan. Ook al heeft ze mooie borsten.’
Dat moesten we er toch wel even bij zeggen.

& Elke week werden we treuriger. Niet minder vrolijk, maar wel treuriger. Als mannen die toch een heel andere bestemming hadden kunnen hebben. Als bijvoorbeeld een vrouw in bed.
‘Ik heb een vrouw in bed gehad,’ zei Fret.
‘Ja, maar dat telt niet, Fret’ zei ik. ‘Ik trouwens ook.’
Als de 1 een vrouw in bed heeft gehad, moest de ander ook een vrouw in bed hebben gehad. Ook al telde die vrouw niet.
‘Oja, da’s waar.’
Ja, dat was waar. We wisten ’t allebei. Vrouwen van vorig jaar, konden niet meetellen voor ’t lopende jaar.
‘Stom eigenlijk van jou,’ zei ik.
‘Wat?’ vroeg Fret.
‘Je had beter niet met die vrouw naar bed kunnen gaan.’
‘Ja, maar ’t was wel lekker.’
‘Ja, maar als je nou even geduld had gehad, dan had je volgend jaar kunnen winnen. Nu geldt die vrouw volgend jaar ook niet meer.’
‘O ja, da’s wel stom.’
Alles voor ’t spel & niets voor de roem. Zo waren we ook wel weer.

Tien kwam langs. Oud-collega. Dronk een biertje met Fret. Ik stond achter de bar.
‘Mag ik bestellen?’ vroeg Tien aan mij.
‘Ben je al aan de beurt?’ vroeg ik.
Dat zeggen we nl de laatste tijd vaak. Vinden we leuk.
‘Ja,’ zei Tien.
‘O,’ zei ik.
Ik keerde me om. Ging aan de andere kant van de bar iemand helpen.
‘Dan kom ik straks bij je,’ lichtte ik toe.
Fret & ik moesten lachen. We waren dan wel treurig, maar lachen konden we. Nog 8 dagen te gaan.

Tien ging weg. Hij was uitgelachen.
‘Tien is verliefd,’ zei Fret terwijl Tien de deur achter zich sloot.
‘Op een meisje?’ vroeg ik.
‘Ja, op een meisje.’
‘Gatver.’
‘Ja.’
‘Heeft-ie ook met haar in bed gelegen?’
‘Hij zei van wel. & Nou is-ie verliefd.’
‘Je bedoelt dat-ie dingen met haar heeft gedaan?’
‘Ik geloof ’t wel.’
‘De vuns.’
‘De smeerlap.’
‘Ik ga ‘t ‘m nu zeggen.’
Ik rende de deur uit. Keek om me heen waar Tien was. Ik zag ‘m aan ’t slot van z’n fiets morrelen.
‘Smeerlap,’ schreeuwde ik & ging weer naar binnen.
‘Wat heb je gezegd?’ vroeg Fret toen ik weer binnen was.
‘De waarheid.’
‘Smeerlap?’
‘Ja.’
‘Goed zo, Ton. We moeten niet over ons heen laten lopen.’

We kijken al uit naar de volgende competitie in Zijperspace.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *