Ik krijg de bezoekers van ’t pleintje voor de Albert Heijn regelmatig over de vloer. Ik gedraag me afstandelijk, zolang ik ze niet goed ken. Evengoed probeer ik net zo beleefd tegen ze te zijn als dat ik tegenover de gemiddelde klant ben. Zogauw ze over langere tijd hebben bewezen dat ze te vertrouwen zijn, sympathiek & vooral niet te vaak wanhopig, ga ik me anders tegenover ze gedragen. Terwijl ik me ondertussen allang over hun gehele gedrag heb verwonderd.
Ik ben gefascineerd door de gedragingen van de mannen van de straat. Ook wel de vrouwen, maar die zie ik niet al te vaak. Hoewel er laatst er 1 bij me in de winkel was.
‘Hé, kerel. Alles goed?’
Ik had ‘r nog nooit eerder gezien.
‘Ja, ik was hier om de hoek,’ ging ze verder, terwijl ze naar de Albert Heijn wees, ‘nou joh, 1 & al kolerezooi. Maar ja, die gozer, hè…’
Ze ging nog een tijd zo door. Ik kon ’t amper verstaan. ’t Was echter prettig om naar te luisteren. Gewauwel om niks, met een zwaar junkenaccent. Terwijl ze doorpraatte liep ze naar de koelkast. Vroeg nog iets over bier dat er op een bepaalde manier uit moest zien. Wat ik niet verstond. Dus zei ik:
‘Wat bedoel je?’
Waarna haar gebrabbel van voren af aan begon. Ze keek naar de inhoud van de ijskast. Af & toe schudde ze met haar leren jasje over haar veel te dunne torso. Om te laten zien dat ze zich op haar gemak voelde.
‘Ah, je hebt ’t dus niet,’ zei ze schuddend. Ze wipte daarbij nog ff van de ene op de andere voet.
Hoewel ik dacht dat ze op dat moment gewoon niet wist waar ze naar toe moest. Haar stoere gedrag diende slechts om dat te verbloemen. Ze kwam weer voor de toonbank, tegenover me staan.
‘Hé, knoert.’ Die benaming voor flinke mannen heb ik al in geen eeuwen gehoord. ”t Is jammer, ik ga wel ff ergens anders kijken. Maar ik kom terug.’
Ik verheugde me er al op. Vooral toen ze bij de laatste zin haar jasje omlaag over haar schouders gooide. Doordat ze een halter-shirtje droeg werden die ontbloot. Net als mannen die in hun daapse hanengedrag tegenover elkaar komen te staan. Bij haar kwamen er geen spieren tevoorschijn. Slechts uitgeteerde spaakjes van armen. Nog maar net vastzittend aan haar borstkas.
Ze voelde zich echter stoer: ‘Hé, later dan!’ riep ze hard op haar weg naar buiten.
Ik hou van dit soort conversaties. Ik sta vol bewondering te luisteren naar wat dit soort mensen er uit weten te brengen. Terwijl ze verschrikkelijk aan de grond zitten. Ik probeer ’t niet te laten merken. ’t Gesprek moet echter wel zo lang mogelijk duren.
Vandaag ging ik voor ’t 1st in lange tijd die tegenoverliggende Albert Heijn weer in. Vol met toeristen & 1-dagsmensen, waardoor er ellenlange rijen mensen voor de kassa stonden. Ook zij maken deel uit van ’t leven in ’t centrum. Ze overheersen zelfs ’t straatbeeld. Eigenlijk zie ik liever de onbehuisden, de junks, de pillenfreaks, de alkoholisten, de Z-verkopers, de fietsendieven, de methadongebruikers. Hoewel ’t over ’t algemeen verschrikkelijke etters zijn. Maar er gebeurt tenminste wat. Alles is plots & onvoorspelbaar.
Ik zou misschien ‘ns een hele dag daar voor de Albert Heijn moeten gaan bivakkeren.
Waarschijnlijk past dat relaas niet geheel in Zijperspace.