laatste

Er wordt veel uitgesteld tot op ’t laatste moment. Dat is beter, denk ik dan. ’t Laatste moment is gunstig voor die ene handeling. Ik denk ’t alleen een beetje vaak.
Daar probeer ik dan weer structuur in aan te brengen. Terwijl ik van ’t ene laatste ding naar ’t andere laatste ding loop.
‘Als dat niet als laatste kan, dan moet ’t als 1 na laatst.’
Ik ben er ondertussen achter dat ik m’n rugzak gewoon maar moet inpakken. Dan kan ik die tenminste als allerlaatste handeling op m’n rug hangen. Pech voor ’t plantje dat 5 minuten eerder water moet krijgen.

Tevens ben ik van mening dat ik m’n baard beter eerder kan scheren dan dat ik onder de douche ga staan. ’t Flesje water moet uit de koelkast voordat ik de zijvakjes van m’n rugzak dicht ga ritsen. De boterhammen dienen gesmeerd voordat ik honger krijg. Schone sokken aangetrokken voordat ik m’n schoenen aantrek. ’t Lijstje van mee te nemen spullen doornemen vooraleer ik de belangrijke objecten, die welke ik onderweg nodig mocht blijken te hebben, bovenin de rugzak prop.
& In bovengenoemde zaken zit ook weer een onderlinge verdeling in tijd.
Naarmate ’t tijdstip van vertrek nadert lijk ik tijd te over te hebben. Tot vlak ervoor. Dan klopt dat opeens niet meer. De schema’s in m’n hoofd hebben rek, maar de elasticiteit krimpt verrassend snel in.

Mijn overzicht is absurd. Ik vergeet zelden iets. Ik maak van tevoren een lijstje (‘Niet vergeten ’t lijstje nog een keer door te nemen,’ is een onderdeel van de agenda die in m’n hoofd zit, die ik, naarmate de tijd vordert, vaker raadpleeg), maar blijk die uiteindelijk niet nodig te hebben. Ik heb ’t allemaal al gepland. Een nacht er niet van kunnen slapen.
Ik wil me er niet druk over maken, maar slaap toch niet. Ik probeer schapen te tellen, tegen muren op te klimmen met klauwen die tussen de richels van de stenen kunnen grijpen, te veranderen in een vogel & een rondvlucht in m’n buurt te maken, om me uiteindelijk mee te laten sleuren door een avontuur die een droom blijkt te zijn bij ontwaken, maar steeds weer komt er een onschuldige gedachte bij me op die me er aan herinnert dat er nog iets extra’s in m’n rugzak gestopt moet worden.
‘Waar moet ik dat dan stoppen?’
‘Heb ik dat wel nodig?’
‘Raakt dat niet in de verdrukking?’
‘Hoeveel zou dat wegen?’
‘Zouden mensen dat niet gek vinden, dat ik zoiets meeneem?’
‘Misschien kan ik ’t naast m’n rugzak leggen & dan op ’t laatste moment beslissen.’
‘Zou ’t wel tegen regen kunnen?’
‘Hoe vaak heb ik ’t dan nodig?’
Ik slaap dus niet.

’t Grootste probleem is echter dat ik niet weet welk boek ik mee moet nemen.
’t Mag geen harde kaft hebben, vind ik nl. Maar ’t boek dat ik van de week heb aangeschaft, waar m’n verlangen momenteel ’t meest naar uitgaat, heeft een harde kaft. Met een omslag, maar die heb ik er al afgehaald. Scheelt ook weer een gram, maar bovendien raakt die dan niet beschadigd.
Geen harde kaft, omdat dat alleen maar extra gewicht is. Paperbacks hebben dunner papier & kleinere letters.
Ik heb Nagieb Mahfouz echter al 3 korte vakanties geprobeerd, maar ben nog steeds niet verder dan blz 40. De rest van de boekenkast heb ik al uit.
Of is door mij niet interessant bevonden.
’t Boek moet dik zijn, zodat ik genoeg te lezen heb onderweg, maar ook weer niet te dik, want dat draag ik alleen maar met me mee.

Oja, & ik moet ook nog een stukje schrijven. Dan weten mensen tenminste dat m’n computer ’t weer doet.

& Dat ik weg ben uit Zijperspace, hier naartoe & verder.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *