Ik denk de hele dag al aan ‘langen’. Nav gister, toen ik mezelf opsloot omdat ik een loopneus had, een paar keer kuchte, m’n spieren zich ‘t werk op de tuin herinnerden of misschien wel iets anders, m’n hoofd strak stond & ‘t daar bovendien op een gegeven moment begon te gloeien als een te vroege tomaat.
Toen zei er iemand iets, een woord waarbij je ‘t voorvoegsel (‘t prefix) er af kon trekken, & kwam bij mij als vanzelf ‘langen’ tevoorschijn.
Soms gaan dingen vanzelf, voegen ze zich naar de omstandigheden die zich toevallig voordoen. Zodat ‘t past, dat ‘t samenkomt.
Hoewel ik er nog niet in wilde geloven, want zo zijn ongelovigen nou 1maal: wat voorbestemd wordt verklaard is een mogelijke waarheid, maar niet dé waarheid. Vooral niet de aanleiding kan daar toe leiden.
Maar voordat ik te ingewikkeld ga doen, hier de zin die mij van de bank deed opstaan om dit te gaan schrijven:
Verziendheid klinkt misschien positief, maar dat is het niet als daardoor het meest nabije over het hoofd wordt gezien.
Weer zo’n woord waar je ‘t voorste gedeelte af kan halen, waardoor de letterlijke afstand wordt geëlimineerd & ‘t om dát wat dichtbij is gaat.
Ik kan wel opgesloten worden in m’n huis, vrijwillig om anderen te behoeden of gedwongen met ‘tzelfde doel, maar ‘t móeten start ‘t langen.
Dat ‘langen’ is nabij, maar zo nabij dat ‘t… (lees bij onbegrip zelf opnieuw ‘t citaat).
Ik probeer ‘t te vinden in insecten die te voorschijn poppen in dit jaargetijde, door niks belemmerd dan ‘t seizoen waar ze nog net niet in thuishoren. ‘t Hangt om enkele dagen net genoeg warmte, of de klok, of de groei die ook zijn tijd vergt (dat komt niet altijd allemaal overeen).
Dus ging ik op pad, de volkstuin in & daarna nog net iets verder naar de achterkant van ‘t Diemerbos. Ik vond, fotografeerde, niet veel want zoveel was er nog niet te halen, maar wat ik vond kreeg wel een naam.
& Bij terugkomst op de volkstuin zette ik me in een stoel, keek ik 2 blikjes bier lang hordes vliegjes als spreeuwenwolken zijgend & wijkend in de zon, & werd ‘t langen eindelijk ingelost.
Zo vlak voor m’n neus, waar ‘t hoort.
Hier is Zijperspace, ‘dicht, ‘dwaald, ‘zekerd.