Hij is heerser geworden. Van een klein koninkrijk, dat wel, maar niemand die m te na komt.
Hij hupt door zn domein, van tak naar tak, waarschijnlijk om zn rijkdom te aanschouwen. Ook om zn vijanden, zn directe tegenstanders in de strijd om t voer, af te schrikken.
Soms kijkt-ie of-ie nog trek heeft. Maar ik geloof dat-ie op dit moment vooral zin heeft om de nacht in te gaan. Zn buik is immers sinds t begin van de middag vol. Er hing een tros, hier recht voor me, hij kon er amper bij vanochtend, de bovenliggende tak schommelde vervaarlijk onder zn gewicht & bewegingen, maar hij heeft t toch voor elkaar gekregen; die is weg. Om & nabij 2-en zag-ie helemaal rond. Hij wapperde zn veren uit & probeerde rustig op een tak te gaan zitten. Met moeite hield-ie de omgeving in de gaten.
t Is geen lijster, maar ik noem m lijster. t Is immers een lijsterbes. Dat kan niet anders. Ik heb er jaren over gedaan om dat te achterhalen, maar nu t vruchten draagt is t zonneklaar.
Ik moest m snoeien. Anders kwam ik er niet langs. t Smalle pad was al moeilijk te begaan. Dan met die takken in je nek. t Was moeilijk om je voort te bewegen. Je bleef altijd wel ergens aan hangen. & Hoewel ik vond dat alles wild moest groeien, heb ik daar de groei beperkt. Waardoor ik me af bleef vragen wat voor boom t nou eigenlijk zou zijn.
Dat bleek, dit jaar dat ik geen vinger heb uitgestoken. Reeds vroeg in t seizoen zette ik geen voet meer tussen t groen. Alles dijde uit zonder mij. Nou ja, ze lieten me toekijken.
Lijster, die geen lijster is, zit uit te dijen. Zn hele onderkant rust op de tak. De regenbuien laat-ie ook over zich heen komen. Hij probeert weliswaar een strategisch beter plek te vinden dan, maar dat kan je bij deze herfstig begroeide lijsterbes beter laten. Die lekt. Die lekt big time.
Ik zie m dan al snel zn oude vertrouwde plek opzoeken. Daar heeft-ie waarschijnlijk t best uitzicht. Of ligt zn buik t lekkerst breeduit.
Er zijn kapers op de kust. Dat moet wel. Ik zie af & toe wat voorbijvliegen. Toen ik in de keuken stond & een blik naar buiten wierp, zag ik een andere merel, want dat is t eigenlijk, op een tak van de belendende boom zitten. Hoog boven mijn lijster uit. Die eigenlijk ook merel is.
Ik zou wel willen dat t een lijster was. Dat geeft wat afwisseling. Maar ik ben nu al blij dat ik m bessen heb kunnen geven. Dan mag t alles zijn. Als ik m maar zie eten. Zich bezighouden. Als er maar wat gebeurt.
t Is niet veel hoor. Hij wipt, hij hupt, hij neemt een hapje, of hij kijkt of-ie honger heeft. Soms is-ie even verdwenen, maar dan zie ik m even later weer terug op zn vaste tak. De centrale tak.
Die bessen hangen er al een tijdje. Blijkbaar zijn ze nu pas rijp genoeg. t Is heel raar, want ze zien al vanaf t begin zo rood als dat ze nu zijn. Wij zijn gewend dat iets dat rijpt van kleur verschiet. Dat heeft lijster niet nodig. Die komt pas als zn maag de tijd rijp acht.
Zou hij t helemaal in zn 1tje op gaan eten, vraag ik me dan af. Dat-ie t rantsoen over een paar dagen uitspreidt. Of misschien laat-ie zich wel verjagen. Door regen, t is toch best wel nat met die lekkage, of door een ekster.
Want dat weet ik: eksters zijn een stelletje potentaten. Als t ze niet aanstaat kan je wegwezen.
Maar voorlopig zit-ie daar.
Roswitha vroeg of ik ook geen fotos had van huiselijke tafereeltjes.
Ze heeft tzelfde mobieltje als ik. De Sony Ericsson k800i. Ik word bedolven onder fotos die mij via meel worden toegezonden. Zo blijf ik een beetje op de hoogte, ondanks de afstand.
Terwijl ik zelf niet weet wat er bij mij op de kiek zou moeten. Ik vind alles te onbelangrijk. & Anders niet mooi genoeg.
Ik keek naar lijster toen ik dat dacht. Schreef ondertussen terug dat ik niet zo van t foto-nemerige was. Ik dacht aan wat lijster allemaal zou denken. Hoe hij zn vijanden dacht te verjagen. & Hoe hij zich voelde nadat-ie zich eigenlijk ziek gegeten had. Hij kon vast niet meer vliegen van t overvloedig maal.
& Toen nam ik deze foto. Want ik wilde zn gedachten wel ns vangen.
Niet lang daarna was-ie verdwenen uit Zijperspace.