lol

Ik begon lol te krijgen in ‘t boek waar ik al een week mee bezig was. Ik hou niet van dikke boeken, zeker niet als er geen of weinig fasering in zit. Ik heb een grote behoefte aan ‘t kunnen streven naar de volgende episode. Een volgend hoofdstuk moet niet te ver weg liggen. Maar ik begon lol te krijgen in m’n boek, ondanks de droeve tendens, zo tegen ‘t eind aan. Ik had ‘t ritme te pakken, de sfeer, de toon. Bladzijden schoten voorbij, als de km-bordjes op de snelweg.

Ik begon lol te krijgen in m’n huis zonder geluid. Zo af & toe de buurvrouw luidruchtig plassend de zwijgzaamheid der dingen horen verstoren. In de stilte van m’n discman die ik wreed tot slapen had gedwongen door verkeerde plugjes in verkeerde gaatjes te willen drukken. In ‘t ruisen van de wind door m’n tuin, die soms veroorzaakt leek door ‘t voorbijsnellen van een trein aan de achterzijde van m’n huis. In ‘t ronken van m’n comp, m’n venster op de rest, alles wat buiten m’n eigen wereld van tastbaar bestaat.

Ik begon lol te krijgen in ‘t onbereikbare van een vrouw. ‘t Onbekommerd beweren dat m’n moeder de enige was die m’n afzichtelijkheid kon uithouden. Luid glimlachend ter flirt. Zodat de dame wel moest beweren dat zij m’n moeders kant koos. Zij & m’n moeder tegen de rest, zo flirte ik.

Ik zag er niet meer zo tegen op, tegen de vakantie die iedereen zo nodig schijnt te hebben. Waarschijnlijk ik ook, bedacht ik me. Ik wilde die gezichten ff niet meer zien. Ik wilde afscheid nemen, al was ‘t maar voor kort, van de gezichten die mij dwingen tot werk, niet overeenkomend met m’n vrijheidsgevoel. Hoewel dat ontheemde, dat niet thuis zijn, dat gevoel dat alles veranderd zogauw je een km verder bent, me verontrustte. & Me bijna dwong ervanaf te zien.

Ik begon lol te krijgen in ‘t creëren van een verkeerd beeld, die overeenkomsten vertoonde met de werkelijkheid. Lange stukken, die verhaalden over de kleinste emoties. Ik nam langzaam afstand van ‘t grootse, meeslepende. & Dacht dat ik ‘t maken kon. Ik ben niet zo, ik ben maar klein, ik heb alleen maar aandacht voor ‘tgeen de ander niet ziet. Ik zag mezelf verblind worden door een illussie. Ik zag dat ik er lol in had.

Ik weet niet waar ‘t ophoudt. Ik mag niet te ver gaan van mezelf. Er zit een automatische snelheidsbeperking op m’n gevoelsleven. De overschrijding daarvan heb ik vanochtend nog maar net overleefd, toen ik door de geluidsbarrière ging.

& Ik dacht dat Zijperspace achter die geluidsbarrière lag.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *