martha

Ik was altijd zo impulsief, ik geloof dat ik dat nog steeds ben.

Bladzijdes vol schreef ik Martine, terwijl zij op vakantie was. Bladzijdes gevuld met m’n zieleroerselen. M’n leed, m’n gemis. Bladzijdes gevuld met de tekst van ‘Martha’ & m’n van treurigheid vervulde herinneringen aan ons. M’n terugverlangen naar ons. Wij, met z’n 2-en.
Later, als we ouder waren, zou de tekst van ‘Martha’ vast overeen komen met hoe ik me op dat moment zou voelen. Hoe ik dan zou voelen dat ik ooit iets gevoeld had. Iets van liefde van lang gelee. & Ik zou op zoek gaan naar haar telefoon-nr.

Hoi, Martine, dit is Ton. Zullen we een bakkie koffie drinken & over ‘t verleden praten.

Ik had haar sleutels nog. & Ik had ook nog steeds de pijn van ‘t uit zijn. ‘t Was afgelopen. ‘t Zou nooit meer komen.
Ik schreef de brieven & legde ze in haar kamer, waar ik niet hoorde te komen. Niet meer, want ‘t was uit. Zij kwam ook niet meer bij mij.

& Ik herinner me stille nachten. Nachten dat ik dicht tegen Martine aan liep.

Ik kwam haar een jaar geleden tegen. Ze zag er niet meer uit zoals ik gewend was. Ze was dikker geworden in haar gezicht. & Haar gezicht had last van acne.
Maar ook dat gaat over met de jaren.

De liefde bestond niet meer in Zijperspace, ‘t geheugen nog wel.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *