normaal

De telefoon gaat. Ik schrik op uit m’n boek. Bedenk vervolgens dat ik er al een ½ uur op zat te wachten. Schrikken was niet nodig.
Ik neem op.
Met schorre stem (zeker de hele dag m’n mond nog niet opengedaan?) zeg ik: ‘Goedendag, met Ton.’
Voor dat moment heb ik zelfs de tijd om 4 keer te bedenken wat een goede opening zal zijn. Wel goedendag, geen goedendag, met Ton Zijp, met Ton, zoals gewoonlijk, hoe zou hij reageren, zou hij weten dat hij de goede aan de lijn heeft, toch maar goedendag, met Ton.

‘Goedendag, met Erik van Raalte.’
Hij weet wie ik ben. Hij weet dat ik de goede ben.
‘Uw schildklier werkt normaal,’ gaat-ie meteen verder. ‘Dus dat is goed.’
‘Ah, mooi,’ zeg ik. ‘Maar ’t is natuurlijk gemeten nadat ik slechts 3 dagen van de pillen af was.’
‘Ja, da’s waar.’
Ik wil een slag om de arm houden. Niets is zeker. Zeker niet na 3 dagen.
‘Maar ’t ziet er goed uit. Zullen we een bezoekafspraak maken voor over 6 weken?’
‘Is goed. Op een dinsdag of een woensdag.’
‘Ok. Dat maak ik dan in orde.’
‘Wacht, dan moet ik even pen & papier hebben.’
‘Nee, hoor. Is niet nodig. U krijgt de afspraak thuis gestuurd.’
‘Ok.’
‘Nog voorkeur voor een bepaald tijdstip of datum?’
‘Nee, hoor. Op dinsdag & woensdag kan ik altijd.’
‘Ok, dat zal ik dan doorgeven aan de afsprakenbalie. Tot over 6 weken.’
‘Ja, tot kijk.’

Dat was ’t dan, denk ik. Ik ben normaal.
M’n was hangt voor de ramen. Daardoor kan ik niet m’n gehele tuin zien. Er vliegt een vogel voorbij. Een flits tussen handdoek & t-shirt. Meer niet.
Daar slik je dan 1½ jaar pillen voor, ga ik verder. Om niks te voelen.
’t Lijkt koud buiten. De takken hangen stil. Grauwigheid is de sluier die over alles heen hangt. 1 Van de handdoeken is aan vervanging toe. Licht doorzichtige vlekken in ’t midden. ’t Geel is wit geworden.
Ik kijk nog ‘ns naar de hoorn. Hij ligt nu op z’n haak. Stil, alsof onberoerd gebleven. Ik kan me al niet meer herinneren dat ik ‘m heb teruggelegd. Slechts enkele vlekken getuigen van jarenlang gebruik. Ik heb ‘m 1½ jaar geleden wel ‘ns proberen schoon te maken, bedenk ik.

We gaan door in Zijperspace, maar weten alleen niet waar we gebleven zijn.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *