‘t Is niet dat ik er een regelmatige gewoonte van maak, maar soms dwaal ik door m’n geheugen op zoek naar een overzichtelijke samenvatting. Ik probeer een inhoudsopgave te vinden, met redelijk betrouwbare hoofdstuktitels.
Ik doe ‘t niet met opzet. Vaak word ik er toe aangezet doordat een bepaald object me aan iets herinnert.
Als ik in de keuken sta, hoe de schuimspaan me verwijst naar de wijze waarop ‘t keukenmateriaal in m’n ouderlijk huis hing. De schuimspaan, de soeplepel, ‘t pannenkoeksmes, de vleesvork en een lange opscheplepel, gezamenlijk aan een rekje.
Ik weet niet wat ik er mee opschiet als m’n gedachten van bijv dat rekje schiet naar ‘t gasfornuis, de soeppan, richting aanrecht om vervolgens bij m’n moeder aan te komen die met ovenhandschoenen op ‘t punt staat een cake de hitte in te schuiven.
‘t Biedt zich zo onoverzichtelijk aan. Er lijkt zich een gat in m’n aandacht voor ‘t nu aan te dienen & de dingen van toen denken dat wel even te mogen opvullen. In wanordelijke haast springen ze er met z’n allen bovenop.
‘t Had ipv de schuimspaan bijv net zo goed de kleur verf van de kozijnen kunnen zijn. Dan had ik een reis naar ‘t huis van de ouders van m’n toenmalige vriendin gemaakt & de kleurindeling aldaar opnieuw bewonderd. Om vervolgens avonturen te herbeleven van korte wandelingen door de laan in dat ½ vergeten dorpje.
‘t Is zo incompleet.
Ik word bevangen door een sensatie iets opnieuw mee te maken, maar mis de details. De geur is er, maar proeven mag ik niets. Ik hoor iemand praten, maar zinnen worden niet gevormd.
M’n fantasie moet ‘t grootste deel van ‘t werk doen om ‘t toch nog iets te laten lijken.
& Dan: wat heeft ‘t 1 met ‘t andere te maken? Waar ben ik de verkeerde afslag ingegaan? Was er wel een afslag? Was ‘t niet een vanzelfsprekend rechtdoor lopende weg? Kan ik van de beschikbare gegevens een soepel lopend verhaal breien?
Niet voor hier per se. Gewoon om mezelf een verklaring te geven. Dat 1 + 1 resulteert in 2. Ik wil de waardes van die beide 1-en zien.
Dus kijk ik terug naar die schuimspaan, naar ‘t rekje met keukengereedschap, naar m’n moeder met ovenhandschoenen die een nog te bakken cake vasthouden, & dan wil ik weten waarom niemand iets zegt, ik haar alleen door haar knieën zie gaan, de bak vooruit zie schuiven, de klok zie instellen & ‘t huis zich langzaam, ‘t moet een ½ uur geduurd hebben voordat je ‘t kon opmerken, vult met de cake van vrijdagmiddag.
Waar zijn de vrijdagmiddagen veranderd van geur & veiligheid & hoe lang gaat ‘t duren voordat ik die leemtes in m’n geheugen weer gevuld heb met ‘t spel dat we de rest van de middag speelden?
‘t Is niet belangrijk, maar dan lijkt ‘t me tenminste weer logisch te ervaren dat ik hier ben. Nu.
Niet zo ver weg gelegen van toen in Zijperspace.