ochtendgeur

Wat ik doe is eigenlijk niet aardig. ‘t Is geen teken van sociaal gedrag. Zeker niet tegenover de verkoopsters die ik tijdens m’n ochtendlijke tocht tegenkom. ‘t Interesseert me weliswaar een klein beetje wat ze ervan denken, maar blijkbaar niet genoeg om er van te voren wat aan doen.
Hoewel ik natuurlijk niet weet wat men ervan merkt. Ik kan immers moeilijk zelf beoordelen hoe ik zo ‘s ochtends vroeg ruik, zonder douche of tandpasta gebruikt te hebben, met dezelfde kleren aan als de dag ervoor.

De ochtenden van m’n vrije dagen wil ik me een tijdlang nergens wat van aantrekken. Ik wil de dag ‘t tempo laten bepalen, de zin die spontaan bij me opkomt laten bepalen of ik iets ga ondernemen, of juist niet. Een tijdje nastoven in de geuren van de afgelopen dag & nacht hoort daarbij, want ik wil vooral niet de stress van opschieten-anders-kom-ik-te-laat hebben, geassocieerd met ‘t tandenpoetsen & douchen, die bij een werkdag hoort. ‘t Dagelijks verschonen komt wel als ik van plan ben onder de mensen te komen. & De ochtend-boodschappen horen daar gevoelsmatig niet bij. Da’s een noodzakelijk kwaad, waar ik buiten de vrije dag meestal geen tijd voor heb.

Ik probeer ze wel enigszins tegemoet te komen, de verkoopsters van de bakker & consorten. In ‘t besef dat ik mogelijk wee uit m’n mond ruik, misschien wel stink, praat ik niet rechtstreeks tegen ze, m’n hoofd lichtjes afgewend & probeer afstand te houden.
Ik kan ‘t me nl van m’n zaterdagochtend-werk in de bibliotheek herinneren, de mannen die absoluut niets aan hun gebit leken te doen (ik schrijf ‘gebit’, maar ‘t schijnt dat de meeste stank veroorzaakt wordt door ‘t achterste gedeelte van de tong). Automatisch deed je dan een stapje achteruit, want de walm was soms dodelijk, zoals ‘t stonk naar opgegraven lijken.

Vooral als ik de avond ervoor redelijk wat gedronken heb, smaakt m’n mond als een zwerm dooie mussen. Angstig ben ik me daarvan bewust, vooral bij ‘t aanschouwen van een jongedame, waarmee voor ‘t oog absoluut niks mis mee lijkt. Want hoe mooier/sympathieker degeen die tegenover je staat, hoe groter ‘t schuldgevoel.
Een klein meisje heeft me ooit na zo’n gezellige avond de waarheid durven vertellen.
‘Hé, jij ruikt net als Pappa als-ie een feestje heeft gehad.’
De meisjes van de bakker mogen van geluk spreken dat ‘t tegenwoordig niet meer alle dagen feest is.

Tijd om Zijperspace een schoonmaakbeurt te geven.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *