onderbroekenvariatie

’t Is helemaal geen onderwerp waar je zomaar over begint. Dus vereiste ’t enige omwegen om er toch te kunnen belanden. Maar de uiteindelijke vraag aan de dokter klonk ong zo:
‘’t Wil wel ‘ns voorkomen dat ik wat ná-lek.’
Dat was eigenlijk geen vraag. Voor de dokter echter wel aanleiding genoeg om te reageren.
‘Ach, ’t gaat er om dat je je bewust bent dat je radioactief bent. Als je je onderbroek in de was doet, dan is ’t goeddeels verholpen.’
Ik dacht niet dat dit afdoende was. Ik moest toch duidelijker zijn. ’t Was zaak meer van m’n gewoontes te onthullen.
‘Maar ik slaap altijd naakt, zie je. Als ik dan midden in de nacht in ’t donker naar de wc ga, zie ik niet altijd of ik uitgedrupt ben. Dan wil ’t wel ‘ns voorkomen dat ik een druppel voel nalekken op m’n bovenbeen als ik me van ’t toilet wil verwijderen.’
Een kwestie waar ik me al weken over druk had gemaakt, vanaf ’t moment dat ik te horen had gekregen dat ik een week lang geen mensen in de nabijheid van een meter mocht hebben.
Na die extra bekentenis trok de man een bedenkelijk gezicht. Dat kon natuurlijk komen doordat naast de 2 verpleegsters die ons plots in ’t kamertje waren komen vergezellen er nu ook een computertechneut z’n aanwezigheid aan ons wilde opdringen. Hij zat al ineengedoken onder ’t bureau van de dokter, terwijl er 1 verpleegster in een la zat te wroeten & de ander uit een kastje een spuit te voorschijn haalde.
‘Neem me niet kwalijk,’ keek de dokter me ineens niet meer aan, ‘maar ik ben hier bezig met een patiënt.’
M’n bekentenis was blijkbaar hard aangekomen.
De computertechneut stoof vanonder ’t bureau omhoog. Met een rode boei van duidelijk engelse oorsprong & een gelijksoortige tongval boodt-ie z’n excuses aan & verliet-ie de kamer. ’t Meisje met de spuit er snel op volgend. Zonder echter dat er bij haar echter iets van gêne te ontdekken viel. De laatste bleef nog een tijdje doorgaan met wroeten, zonder dat de dokter daar nog aanstoot van nam. Hij ging er hooguit zachter van praten.
Ik schoof wat dichter naar ‘m toe. Dat we nog net elkanders knieën niet raakten. Ik moest ‘m immers kunnen verstaan.
‘Dan is ’t misschien toch beter dat je een onderbroek draagt.’
Waarop hij grappige anekdotes vertelde over vergeten druppels op deze zelfde vloer waar we ons nu boven bevonden & hoe ze door ’t hele ziekenhuis verspreid waren geraakt.
‘Uit je onderbroek krijg je ’t wel weg, maar als zo’n druppel de grond raakt….’
Een understatement, na ’t vertellen van zijn verhaal, begreep ik.

Dus volg ik de leefregels nauwgezet. & Doe er nog een schepje bovenop.
Ik was m’n handen. Bovendien met zeep.
Ik spoel de wc. & Gooi er een teil opgevangen douchewater achteraan.
Ik ga voortaan zittend plassen. & Lees ’t hoofdstuk van ’t boek dat ik daarbij voorhanden heb uit voordat ik opsta.
Als ik vergeten ben te gaan zitten. Maak ik sop om de douche geheel & al te verschonen.
Ik vermijd de aanwezigheid van mensen. & Doe boodschappen om 8 uur ’s ochtends.
Ik doe onderbroeken snel in de was. & Heb er zodoende te kort.

Nou ja, ik heb er nog een heleboel die ik al jaren niet meer van dichtbij bekeken heb. Die gaan niet mee met de wekelijkse ronde van wasmand, wasmachine, waslijn. & Van die waslijn haal ik ze af om ze schoon aan m’n billen te trekken.
Zo heb ik 7 onderbroeken. Als ze per ongeluk in ’t onderbroekenrekje in de kast belanden, komen ze zelden nog in aanmerking mij op m’n dagelijkse avonturen te vergezellen.

& Nu, nog maar op de 3e dag, is ’t al tijd voor maatregelen. Ik ben te gulzig.
Ik heb smetvrees. Radioactiviteitsmetvrees, & helegaar geen kwalijke smetvrees, ook al denk ik dat als ik met dezelfde vinger aan m’n neus pulk als waarmee ik m’n plasser volgens weer diezelfde leefregels met een wc-papiertje heb verschoond, ik een uur later extra jeuk aan die kokkert lijk te hebben, maar toch smetvrees die z’n weerga in m’n leven tot dusver niet kent.

’t Eind van m’n onderbroeken kwam in zicht. ’t Waslijntje werd te leeg.
Dus besloot ik ’t onderbroekenrekje te gaan inspecteren.
Eigenlijk was van inspectie in 1e instantie niet eens sprake, ik trok gewoon de 1e de beste onderbroek aan die zich door op goed geluk graaien in de grote hoop toevallig aanbood. Waardoor ik er enkele uren later achter kwam dat ik nog maar enkele jaren geleden een maat droeg die mij tegenwoordig al snel noopt een toontje hoger te gaan zingen.

Waarmee ik maar bedoel te zeggen dat ’t ook wel voordelen heeft. Ik heb eindelijk m’n verzameling onderbroeken tot overzichtelijke proporties teruggebracht. Van alle maatjes 4 heb ik nu eindelijk besloten dat ’t niet de moeite waard loont om hen op enig nageslacht te laten wachten. Van grappig bedoelde cadeaus heb ik ook afstand durven nemen & ’t niet wenselijk geacht die, zoals een groot gedeelte van de nederlandse bevolking schijnt te doen met allerhande verrassingen verkregen tijdens verjaringen ed, heb ik laatst gelezen, aan een volgend slachtoffer te offreren. Geen Armani’s, America Today’s, Björn Borg’s of andersoortige polonaises aan m’n lichaam.
& Evenzogoed blijf ik zitten, zeker nu ik zo frequent mijzelf voorzie van een schoon exemplaar verbaast mij dit ten zeerste, met een zo grote verscheidenheid dat ik dagelijks kan kiezen of ik nu een blauwe dan wel een zwarte dag zal doormaken.

Niet dat ook maar iemand dat zal opmerken in Zijperspace.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *