ongestoord

M’n buurman heeft z’n 1e huis al verhuisd. Ik zag ‘m net op z’n bakfiets stappen. Ik keek een beetje stiekum door de gesloten gordijnen.
Ik was een beetje verwonderd over ‘t lawaai dat van buiten tot mij door kon dringen. Om me een beetje te kunnen concentreren, ‘t ventilatortje in m’n comp kan verschrikkelijk veel geluid maken de laatste dagen, had ik oordopjes ingebracht. ‘t Kabaal van buiten wist die barrière te slechten. Alsof de voorkant van een huis in de straat gesloopt werd. & Dat op zondag, dacht ik met een restje rooms-katholicisme in m’n gemoed. Verstoord keek ik door de kieren die m’n gordijnen aan de voorkant open laten naar buiten. Ik zag m’n buurman met houten planken in z’n bak de straat inrijden.
Daar kon de herrie niet door veroorzaakt zijn, bedacht ik al bijna geheel afgeleid van de oorspronkelijke reden van kijken. Buiten dat: mijn buurman zal ‘t slopen van huizen niet met zoveel misbaar laten plaatsvinden.

Hij verontschuldigde zich een tijd geleden voor ‘t bezitten van een vleugel & ‘t dagelijks oefenen erop.
Ik wou dat de muren wat dunner waren & ik er daadwerkelijk wat van kon horen, stelde ik ‘m gerust.
Nee, van m’n buren kon ik geen last hebben. Hooguit de telefoongesprekken in de zomerse tuin konden mij uit de concentratie van m’n boek halen. Maar ach, dat bracht mij altijd weer wat beter op de hoogte van de zieleroerselen van m’n buren. Daardoor kwam ik bijv te weten dat ze een nieuw huis hadden aangeboden gekregen.

Na door de gordijnen gegluurd te hebben, ben ik naar achteren gelopen. Vanuit m’n keuken heb ik zicht, voorzover ik over de schutting kan kijken, op hun tuin.
‘t Tuinhuisje was weg. Dat was in 1 oogopslag te konstateren.
Ik ging nog ff op de vuilnisbak staan om ‘t beeld nog wat beter in me op te nemen. Misschien hadden ze ook al div planten weggehaald?
Zo troosteloos mijn tuin er van verdordheid, hangende, eens stoere stengels & een bedompt kleurenmengsel uit ziet, zo troosteloos was de tuin van m’n buren door de reeds ontstane verlatenheid. Een kale zwarte plek waar 1st ‘t tuinhuisje stond. Een schep stond nog ergens verloren naast een gat in de grond. Omgewoelde grond. ‘t Gras dat 1st groen zag, was platgetrapt met modder. Eenzaam & zeer anachronistisch eigenwijs hingen er nog een paar geel-oranje bloemen boven de schutting uit. Als laatste groet, zo leek ‘t. Over enkele weken zouden die ook weggenomen zijn. Door de vernietigende herfst of anders de vertrekkende buren.

‘t Seizoen van een praatje over de schutting is nog lang niet aangebroken; de vorige ligt eigenlijk nog maar net achter ons. ‘t Is momenteel meer ‘t seizoen van elkaar groeten onderweg naar huis, werk of boodschap. Altijd op de grens van een overgang in bezigheden, waardoor je bijna nooit tijd hebt voor een praatje. Je hoort mij daar niet over klagen. Deze tijd heeft ook zo z’n charme van lekker binnen willen zitten bij de kachel. Met als consequentie ‘t weinige kontakt met de buurt.

& Toch had ik laatst nog een kort gesprek met m’n buurman. Toen heel Amsterdam zonder stroom was komen te zitten, besloten wij beiden buiten ‘ns een kijkje te gaan nemen. We lieten ons zelfs nat regenen om de donkerte van een stad zonder elektriciteit te kunnen aanschouwen. Gestadig meer bijgelicht door de kaarsen die in de huiskamers werden aangestoken & met dat minieme licht de straat beschenen.
‘t Had toch wel wat, waren we ‘t met elkaar eens, die rust van geen tv, geen felle lichten & nergens versterkt geluid. Midden in een stad van 100.000-en zielen vonden wij die rust weldadig.

‘t Is nu afwachten wat hierna aan buren volgen. Vast geen vleugel, die op m’n vrije middag nog net door de muur weet te dringen. Vast geen buurman die ongemerkt een tuinhuisje met de grond gelijk kan maken.
Eigenlijk vind ik alles best, hoewel ik niet van veranderingen hou, zolang ik maar niet te vaak m’n oordopjes hoef te gebruiken.

& Ik ongestoord de annalen van Zijperspace kan bijhouden.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *