overuren

Ik ga een drukke tijd tegemoet. Ik ga mij onder de mensen begeven. Buiten ‘t werk om, in m’n vrije tijd, tussen nu & de 17e oktober staat m’n agenda (die ik natuurlijk in ‘t geheel nooit hanteer, daar er normaliter geen noodzaak toe is) vol. Ik zal tussen massa’s mensen staan, vrienden ontmoeten, feesten vieren, orkesten bezoeken, festival genieten. Toevallig omdat ‘t zo uitkomt.

Een dergelijke drukke tijd moet je geestelijk van te voren grondig aanpakken, terdege jezelf bewust zijn dat ‘t een uitputtingsslag kan zijn, dat er roofbouw op je lichaam gepleegd gaat worden.

Ik heb me in zoverre voorbereid dat ik de was alvast gedaan heb. Ik heb minstens 100 t-shirtjes tot m’n beschikking, 4 broeken, 10 paar sokken, 20 onderbroeken (waarvan ik hoop dat ik ze niet allemaal zal hoeven te gebruiken), & nu wilde ik verder gaan met de opsomming, maar dat was ‘t. Ik had natuurlijk uit kunnen wijden over m’n jassen; is niet interessant, want ik gebruik er toch maar 1; & ‘tzelfde geldt voor sweaters, die bij mij de funktie hebben als onderjas.

Daarnaast heb ik voor 2 weken de afwas gedaan. Waarmee ik bedoel te zeggen dat ik hooguit 1 keer in de 2 weken normaliter de vaat doe. Ik heb de vuilniszak vervangen. Een nieuw potje medicijn aangevraagd (‘Nasonex?’ vraagt m’n huisarts. ‘Ja, nasonex.’ ‘Dat gebruikt u al een paar jaar, toch?’ ‘Nou, iets minder dan een jaar volgens mij; 1st had ik flixonase. Maar volgens de specialist in ‘t ziekenhuis kon ik ‘t m’n leven lang gebruiken.’ ‘Oh,’ zegt-ie verwonderd, ‘Volgens mij zit er pretnison in. Dus dat waag ik te betwijfelen.’ Hoe een huisarts je humeur kan bederven, denk ik dan, zo vlak voor een periode die slechts plezant hoort te zijn.), genoeg voor nog een maand spuiten.

& Enkele dagen van te voren ben ik begonnen met grote hoeveelheden drank tot me te nemen. Ik moest reserves opbouwen, anders val ik ergens ½erwege neer. We beginnen immers met ‘t bockbierfestival. Dat vergt energie & kracht van de lever, tenslotte. Die gaat overuren maken.

Men begrijpt ‘t: ik ga niet onbeslagen ten ijs. Tevens staan de voorraden wc-papier klaar. ‘t Toilet is schoon. ‘t Bed verschoond. De ijskast vol, incluis de vriezer. Boeken uitgelezen (hoewel er nog een stapel ongelezen klaarligt). Schoenen gepoetst. Accept-giro’s bij de bank ondertekend ingeleverd. Kaartjes gekocht. Afspraken gemaakt. Maaltijden op voorraad. Fietsketting gesmeerd.
Men kan ‘t zo gek niet bedenken of ik heb er wel aan gedacht.

Tot zover de berichtgeving. Ik hoop dat ik tussendoor nog tijd overhoud om verslag te doen van m’n wederwaardigheden gedurende deze roerige tijden, of dat ik verder kan gaan met de stukjes op ‘verzoek’, maar vooralsnog weet ik niet hoe ik mij daar toe in staat moet stellen. Een dag telt immers slechts 24 uur, zo luidt een oude volkswijsheid, waar ik overigens een gloeiende hekel aan heb.
Ik ga.

Over een kwartier wordt de afvaardiging van Zijperspace verwacht.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *