pardon

‘Maar die man die z’n mond heeft dichtgenaaid, die is volgens mij gek,’ zei Vera.
‘Gek,’ dacht ik, ‘gek, dat ken ik, daar ben ik geweest. Daar moet een reden voor zijn.’
Dus wist ik ’t op een gegeven moment. Ik wist ‘t. Of ik begreep ’t in ieder geval beter.
‘Mensen die bereid zijn hun land, hun huis & haard te verlaten, die zijn al snel geneigd om gek te worden,’ zei ik. ‘Ze hebben geen houvast meer.’
‘Ik vind ’t heel normaal dat zo’n man dat doet,’ zei ik ook nog. ‘Hij heeft geen plaats om naar toe te gaan. Hij is gek, al jarenlang, vanwege ’t feit dat-ie weg moest van waar-ie zich ooit thuis voelde.’
‘Maar toch heeft Verdonk op de meeste dingen gelijk,’ zei Nico.
Eigenlijk begon er een bepaalde mate van agressie bij mij op te spelen. Jij overgehaalde zoutzak, die net zit te verkondigen dat je door je collega’s niet meer wordt geaccepteerd, dat dat de reden is dat je ander werk zoekt. Een treurig verhaal, waar iedereen in de kroeg naar moest luisteren. Jij durft te beweren dat 26000 mensen teruggestuurd moeten worden.
‘Nico,’ zei ik, ‘nou moet je je mond houden.’
Ik pakte ondertussen de fles met glassex beet. Dweiltje erbij. Om de 1e tafel te laten glimmen opnieuw, te ontdoen van sporen bier.
‘Je leeft in een rijk land,’ zei ik, ‘je hebt niets te klagen, & op fascistische taal van een bewindvoerder ga jij reageren met de opmerking dat ze gelijk heeft?’
Ondertussen spoot ik de tafel onder. Sluitingstijd. Veegde de doek er overheen. Alles moest schoon. Nico zo snel mogelijk de deur uit. De rest trouwens ook.

Freerk had gevraagd of ik de site wilde linken, de site van ’t pardon. Waar je protest kon aantekenen. Tegen ’t gevoerde beleid van Verdonk.
‘Dat helpt toch niet,’ zei Nico.
Nico, die in ’t begin van de middag een discussie had gevoerd over uitzettingsbeleid. Met iemand anders, maar ik luisterde er niet naar. ’t Interesseert me niet. Ik stop m’n kop wel in ’t zand. Bovendien ging ik er van uit dat ’t wel goed zat. Dat de mensen aan de bar de juiste keuze hadden gemaakt.
‘Wat vindt je nou van zo iemand die z’n mond & ogen dichtnaait?’ had Nico gevraagd.
‘Daar heb ik waardering voor,’ dacht ik, maar de vraag was aan z’n buurman gericht.
Misschien dat ik ’t ook wel geantwoord heb. Maar ik was hard bezig 3 klanten tegelijk te helpen. & Nico wilde ook nog iets.
‘Hij trekt tenminste aandacht voor wat er aan de hand is,’ zei ik ook nog.
Ach, ik weet eigenlijk niet wat ik zei, & wat ik dacht. ’t Liep een beetje door elkaar. ’t Begin & ’t einde. Nico was bezopen aan ’t eind, ik verontwaardigd & ontkennend.
Als ik Verdonk zag, in krant of op tv, dan had ik de neiging om weg te duiken. Wilde niks weten van zulke praktijken. Ik wilde een jood zijn die in ’t getto opgenomen werd zonder gewetensbezwaren. Als ik maar m’n boeken kon lezen.
Zware vergelijking. Maar toch kwam die bij me op. Ik stelde me voor hoe ’t zou zijn als je geen boeken meer mocht hebben, & hoe je ze zou moeten beschermen tegen vernietiging. Ogenschijnlijk niets mee te maken, maar wel degelijk er mee te maken. Zwaar dus. Ik nam ’t zwaar.

Ik neem ’t zwaar. Maar wil ondertussen m’n kop in ’t zand steken. Ik ben niet iemand van argumenten. Ik ben iemand van gevoel. Als mijn gevoel niet overeen komt met die van m’n tegenstrever, dan moet ’t afgelopen zijn, dan moet ik me verstoppen.
Ik zou m’n ogen willen blinderen. Zodat ik niet meer zou weten, hoeven weten, wat ik met deze wereld aanmoet. Neem ’t me alsjeblieft niet kwalijk: ik heb geen argumenten, m’n mond is gesnoerd, maar ik weet dat ’t tijd wordt dat we laten zien, alleen maar laten zien, dat ’t genoeg is. Dat wat ze doen ’t fatsoen voorbij is.

Pardon.

We zeggen nogmaals pardon in Zijperspace.
(Met dank aan Johanneke, die me er op attendeerde, me even wakker schudde)

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *