Terwijl Roswitha een hapje pindas nam, keek ik uit t raam.
Je gaat van die japanse stinken, had ik gezegd, waarna zij demonstratief haar mond naar me uitademde.
Zie je wel, zei ik met een opgetrokken neus.
Ik ruik t zelf niet, zei Roswitha, om vervolgens toch maar de japanse mix-nootjes opzij te schuiven.
Ik zag buiten een gezicht voorbij flitsen. Een blik die in t voorbijgaan steels naar binnen gluurde, hoofd vlak boven de vensterbank van t café uitstekend. Een hand die nog net opstak naar de jongen die achter de bar stond.
Oh, daar heb je Jon weer, verzuchtte deze.
Anders neem je er zelf ook 1, bood Roswitha mij t bakje aan, dan ruik je mij ook niet meer.
Mn gezicht verzuurde. Waarop Roswitha t bakje weer naar zich toe trok. Schouders ophalend.
Jon kwam binnen. Armen bungelend langs zn lichaam. Hij ging midden voor de bar staan.
Hoi Jon, zei de barman. Hoe gaat t?
Gaat wel goed, hoor, zei Jon.
Zn hoofd bungelde al net zo erg als zn armen. Zn ogen tuurden onderwijl naar de punten van zn schoenen. Je keek automatisch met zn schommelend hoofd mee.
De barman stond. Bleef staan. Recht overeind. In afwachting van wat zou volgen.
Wil je wat hebben? zei hij uiteindelijk maar.
Jon draalde. Hief zn hoofd voor de afwisseling eens op. Voor toch zeker enkele seconden. & Hij begon te praten.
Heb jij misschien wat pindas voor in mn broekzak? zie Jon.
Tuurlijk, zei de barman.
Iedereen in t kleine texelse kroegje dacht ondertussen: Pindas voor in je broekzak?
De barman keerde zich echter resoluut om. Als vanzelfsprekend. Richting de voorraadbak pindas. Maar trok stiekem een verveelde blik.
Ik weet ook niet wat ik er mee aanmoet, zei zn gezicht in stilzwijgen.
Hij pakte nog een glazen kom. Zoals wij er al 1tje hadden staan.
Daar aten wij vroeger vla & yoghurt uit, bedacht ik.
Ik zocht ze op in mn keukenkastjes, thuis, ver verwijderd van dit eiland, waar ze momenteel in ruste stonden. Op gepensioneerde leeftijd werden ze door mij hooguit 1 keer per maand tevoorschijn gehaald. Voor een sausje bij de chips. Of om een kleinigheid in de magnetron op te warmen.
De barman gebruikte ze nog veelvuldig. t Was de 2e keer deze avond dat ik m ermee pindas uit de bak zag graaien.
Jon pakte t bakje aan. Hij opende zn strakke spijkerbroekzak aan de linkerkant. Zodat er, met enige hulp van de hand die de kom niet vast hoefde te houden, een tuit ontstond waar hij de pindas in kon laten glijden.
Hij zakte iets door zn knieën. Kont naar achteren, rug krom, hoofd hangend.
t Was alsof-ie meedeed aan t kampioenschap luchtgitaar. Met een bakje pindas dat langzaam zn broekzak ingleed.
Hij deinde op t ritme van de traag stromende pindas een paar keer omhoog. Tilde zn voet op om de pindas mogelijk een extra zetje te kunnen geven.
Iedereen keek.
Eindelijk tilde hij zn hoofd weer op.
Ja, zuchtte hij richting barman. Krijg je wat van me?
Nee, joh.
Dan moet ik maar een biertje bij je drinken.
Nee, joh, zei de barman. Ga jij nou maar lekker zitten waar je net zat. Drink daar een biertje. Kan je die pindas gaan eten.
Te gek, joh.
Hij stak zn hand op, onderweg naar de deur. Keek vlak voordat-ie verdween nog ns om naar iedereen die m nakeek. Zwaaide nog een keer vrolijk naar de barman.
Nee, hoor, zei de barman enkele tellen later. Ik ben blij dat-ie ergens anders is. Laat m maar lekker daar consumeren. Daar heb ik best een bakje pindas voor over.
Roswitha nam weer een handje van die van haar. Ik keek naar t silhouet van Jon die nu in tegengestelde richting reed. Ik zag zn lachende blik naar binnen kijken. Weer een hand die omhoog stak. De barman die in de spiegeling van t raam reageerde.
Van mij krijgt-ie zo een bakje pindas, zei de barman nogmaals. Van mij hoeft-ie dat niet aan de bar op te eten.
Je stinkt, zei ik tegen Roswitha & wreef zachtjes over haar knie.
Ze legde een japans nootje opzij in t bakje. Ademde tegelijkertijd uit met opengesperde mond.
Nee, hoor, zei de barman. Gratis pindas voor Jon. Als ik m daarmee weg kan krijgen. Hoeft-ie niks bij mij voor te drinken.
In Zijperspace heeft men t liever andersom.