regenjas

Met koninginnedag heb ik ‘m op de kop getikt: een regenjas zoals vaders & opa’s die vroeger droegen, uit de jaren ’50-’60. Zo 1tje van stof (ik heb m’n moeder nog gevraagd hoe die jassen heetten, maar we kwamen er gezamenlijk niet op), lang vallend over de knieën. Tenminste, deze valt tot over de knieën. Die ene die ik wel ‘ns van m’n vader leende, in m’n new wave-tijd, toen je in een bepaalde scene dit soort jassen hoorde te hebben, kwam nog maar net aan die hoogte.
Hij hing onopvallend te zijn aan de muur bij een bejaardentehuis in de Jordaan, maar door z’n groene kleur werd onmiddellijk m’n aandacht getrokken. Dat zit er bij mij ingebakken: tussen 1000-en stukken goed vind ik in 1 oogopslag ‘t stuk kleding dat de juiste kleur draagt. M’n blik wordt getrokken naar ‘t groen dat er uit lijkt te springen.
€ 7,50 Moest-ie gaan kosten, volgens de dame. Dat vond ik te duur. Ik wilde alweer doorlopen, toen ik ‘m mocht hebben voor 5.
‘t Was gelijk de enige aankoop, die koninginnedag, die deels verregende koninginnedag. Maar daar had ik vanaf dat moment in ieder geval een regenjas voor.

Na koninginnedag heb ik ‘m meteen in de was gedaan, daartoe aangespoord door enge verhalen van zeker iemand over jeuk. & Vervolgens niet meer aangehad.

Kleren die ik aanschaf, moet ik mezelf zo snel mogelijk eigen maken: aantrekken & een paar dagen dragen. Dan raak ik er aan gewend; worden ze sneller deel van me. Als ik ‘t niet doe, ga ik tegen ‘t aantrekken ervan opzien, begin ik te twijfelen of ‘t me wel staat. Ik heb ‘t immers niet daags na aanschaf aangetrokken; dan zal er wel wat mee aan de hand zijn. Dan vind ik blijkbaar eigenlijk dat ‘t me niet staat.

Gister was ‘t een perfekte dag. Lekker veel regen, vooral in de ochtend. Ik werd gedwongen m’n onlangs verkregen regenjas te gebruiken. Met daaronder m’n sweater met capuchon, voor over m’n hoofd. Voor een paar boodschappen ging ik toch zeker niet een volledige regenpak aantrekken?
1st Ietwat ongemakkelijk reed ik over straat. Zouden mensen me nakijken, zouden ze zien dat ik zo’n ouderwetse jas droeg, zou ‘t dragen van zo’n jas nog kunnen? Je ziet ze tegenwoordig nl niet meer zo veel op straat. Ik probeerde m’n verschijning te controleren in de weerspiegeling van de ramen die ik passeerde, maar door de capuchon was m’n zicht beperkt & door ‘t fietsen de weerspiegeling niet meer dan een flits.
Op de terugweg reed ik tussen 2 buien in, waardoor net zo goed de knopen losgemaakt konden worden. ‘t Was al warm genoeg met al die kleren aan.

Vanaf dat moment werd ik verliefd op m’n nieuwe jas. Vrolijk wapperde hij achter me aan, gedirigeerd door de vaart van de voortgang & de wind. Hij had z’n funktie van ‘t tegenhouden van ‘t neervallend vocht verloren, hij hing er eigenlijk alleen maar bij ter dekoratie, want ‘t dragen ervan zette me slechts aan tot hevig zweten zogauw ik van m’n fiets afstapte.
Maar juist nu was-ie deel van me geworden. Dat besefte ik nu vooral bij de weerkaatsing, duidelijk nu voor mij te zien, van ‘t gewapper in de etalage-ruiten. Prachtig groen vloog achter me aan, waar ik ook ging.

Bij ‘t parkeren van m’n fiets, sloeg ik een pand van m’n jas opzij om m’n sleutels uit m’n broekzak te halen. Wederom zag ik mezelf weerspiegeld.
Wauw, dacht ik, ik kom zo uit een moderne versie van ‘The Wild Bunch’.

De akties worden in slow-motion beleefd in Zijperspace.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *