samensmelting

Ik bel m’n moeder. Inmiddels traditie voor momenten dat er een redelijke rust in de winkel heerst. Ze blijft hangen als er een klant snel afgehandeld kan worden of we beëindigen ’t gesprek als dat niet mogelijk lijkt.
‘Hoe is ’t met Pa?’
‘Och, gaat wel.’
‘U geeft ‘m nog wel die medicijnen?’
‘Ja, dat nog wel. Ik heb wel vast een afspraak gemaakt, om te gaan informeren of ’t ook anders kan, maar dat kan pas van de week. Dus heeft-ie die pillen al 1½ geslikt als we daar uitsluitsel over hebben.’
‘Hij is dus nog steeds in de war?’
‘Ja, nog steeds. Ik heb gevraagd of de dokter van z’n dagopvang mij wilde bellen. Dat zou gebeuren, maar vrijdagmiddag had ik nog steeds geen telefoontje gehad. Ik weet dus niet hoe Pa daar is.’
Er komt iemand de winkel in. Ik kijk op.
‘Ha, Boekenman,’ groet ik.
‘Is Boekenman bij je?’ vraagt m’n moeder. Ze kent ‘m omdat ze over ‘m leest.
‘Ja. Blijft u even hangen?’
Ik leg de telefoon naast me op de toonbank.
2 Werelden komen bij elkaar. Ze kwamen altijd al bij elkaar in mijn persoon, maar opeens lijkt de ontmoeting tastbaar te worden, doordat m’n moeder via de telefoonhoorn getuige is van de aanwezigheid van Boekenman. De waarheid kan gecontroleerd worden, getoetst.
‘Dag, Ton,’ zegt Boekenman. ‘Ik kom ‘t 1e biertje bij je halen.’
‘Je weet dat je bier 5 cent duurder is geworden?’
‘Jaja. Er moet verdiend worden, omdat andere mensen moeten drinken. Maar er zal altijd gedronken blijven worden, zeker door mij. Want als ik niet drink, dan draait ’t niet; & als ’t niet draait, dan voel ik ’t niet. & Daar moeten jullie aan verdienen, dus gooien jullie er een prijsverhoging op.’
‘Nou, ik niet. Dat is m’n werkgever.’
‘Dat zijn de brouwerijen,’ weet Boekenman. ‘Maar ze hebben ’t ook goed van mij. Ik heb ’t wel ‘ns proberen te tellen, maar gaande de dag ben ik de tel kwijt geraakt hoeveel bier ik gedronken had.’
‘Laatst zei je dat je soms wel 14 flessen op een dag dronk.’
‘Ja, als ik probeer te slapen, dat lukt vaak niet. Dus kan ik beter een flesje bier snel drinken, want dan zie ik heel snel niets meer. Maar ik mag niet te veel ’s avonds drinken, want dan voel ik niks meer van m’n methadon. Ik drink overdag, dat is beter. Ik ga nu deze fles drinken. Voor € 1,05. & Dan kom ik later dat flesje terugbrengen & dan is ’t nog maar € 0,95. & Dat moet ik dan nog 13 keer doen. Daarna ga ik slapen, maar dan moet ik wel 1st gewerkt hebben, want ik ben niet zoals die lapzwansen voor de Albert Heijn.’
‘Oké, Boekenman. Tot straks dan maar.’
Hij doet de deur achter zich dicht. Ik pak de telefoon weer op & praat verder met m’n moeder.

De werelden zijn weer gescheiden in Zijperspace.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *