shirtjes

’t Mag best wijd, had ik laatst besloten, maar dan moet ’t wel weer in de broek. Anders lijkt ’t op een slabber die moet voorkomen dat je vlekken maakt op je broek. Een heel kinderachtige slabber. Alsof ik op m’n 39e heb besloten te gaan skaten, zodat ik weer ’t gevoel krijg bij de jeugd te horen.
Op een gegeven moment moet je ’t idee uit je hoofd zien te krijgen dat kleren altijd ‘tzelfde gedragen moeten worden. Dat ’t concept van je eigen jeugd niet tijdloos is gebleken. ’t Zou een beetje raar staan als ik tot ’t eind der tijden ‘tzelfde kapsel zou handhaven, dezelfde broek, dezelfde manier van aankleding. In m’n jeugd vond ik ’t immers zelf ook een anachronisme te moeten zien dat er nog steeds vetkuiven rondliepen.
‘Was dat niet iets dat stamt uit de prehistorie?’ grapte we toen naar elkaar.
Maar probeer aan de andere kant ‘ns ’t beeld uit m’n hoofd te praten dat Sieger stoer was, zoals-ie z’n t-shirtje wegstopte in z’n broek. Nonchalant kwam-ie aanlopen aan ’t begin van de pauze, een peuk in z’n mond. Alsof van al ’t zitten tijdens de les z’n t-shirtje, altijd wit, altijd wijd, altijd genoeg stof om vast te pakken, uit z’n broek was gefloept, stopte hij de uiteindes terug langs z’n niet al te strakke riem in z’n broek. Vooral niet te zorgvuldig. 1 Keer aan de voorkant, & 2 keer aan de achterkant. Dat moest genoeg zijn. Hij pakte daarna een lok haar & gooide die tezamen met z’n hoofd achterover. & Ik zag alle blikken van omringende & passerende meisjes wenden zogauw hij weer in z’n eigen juiste model was gevoegd. Spijt in hun ogen dat ze ’t hermodelleren hadden gemist.
Dus moesten t-shirts wit. & Wijd. Belangrijker nog: in de broek gepropt. Misschien ben ik door dat beeld ook wel gaan roken.
Alles droeg je toen in je broek. Bloesjes ook.
Alleen toen de gothen de overhand kregen, alles moest zwart, kwam er een korte tijd van bloesjes uit de broek. Toen werden de haren ook veel langer. Gothen waren ouderwets blijven hangen, wij ontwikkelden ons verder. De kleren werden wijder & kleurrijker. Alleen ’t t-shirt bleef zitten zoals-ie zat. Maar die kon je toch niet in z’n geheel zien. Bloes zat ervoor.
Ik ben een oude man geworden, bemerk ik. Alles moet ‘tzelfde blijven. Tenzij er een goed bewijs is geleverd dat ’t ook anders kan. Maar dan wel zonder al te veel concessies. ’t Kost te veel moeite mezelf te overwinnen & ’t concept van ‘me eigen zijn’ aan te passen aan die plotse nieuwe standaard.
Ik heb ‘m ook wel uit de broek gedragen, bedenk ik me. Gedeeltelijk uit de broek. Ik dacht dat anderen m’n voorbeeld wel zouden volgen. Aan de voorkant er ingepropt, aan de achterkant hangend er uit. Heb ik niet lang volgehouden. Als niemand doet wat jij denkt dat de nieuwe standaard in je subcultuur zal gaan worden, dan hou je ’t niet lang vol. ’t Was al moeilijk genoeg om als enige vol te houden dat zwart niet gedragen diende te worden. Misschien was dat ook wel de reden dat ik geen navolging kreeg.
Ik had stiekem enkele voorbeelden bestudeerd. Stiekem, omdat ik ’t zelf niet doorhad. Plots bleek ik ’t beeld in m’n hoofd opgeslagen te hebben. Ik begon me voor te stellen hoe ’t bij mij zou staan. Durfde nog niet naar de spiegel te lopen om ’t uit te proberen. Dat zou al ½ betekenen dat ik toe zou geven dat de wereld aan verandering onderhevig is. Dus had ’t zich nog niet in m’n hoofd genesteld. Slechts als soortement droombeelden, niet bestaand, van een andere wereld.
Totdat ik plots weer een t-shirt met lange mouwen in m’n bezit kreeg. Daar moest ik toch ‘ns iets mee doen. ’t Waren er inmiddels 5. De hele tijd 5 dezelfde shirts tonen aan de mensheid leek me een beetje saai. & Per ongeluk kwamen de onbewust opgeslagen voorbeelden boven drijven.
Ik ben wel 10 keer voor de spiegel gaan staan. Verschillende t-shirts over de lange mouwen heen, verschillende lange mouwen onder de korte mouwen. XL over L? L over XL? Shirt in broek, of juist slobberend de ene over de andere laag laten hangen? Een paar keer met bril op. Een enkele keer met groene pet.
Nee, ik ben wel 20 keer voor de spiegel gaan staan.
Stoer ben ik de straat opgegaan. Stiekem uit m’n ooghoeken loerend of anderen me voorbij zagen gaan.
Voelde ook best wel lekker warm, maakte ik mezelf wijs. ’t Zweet gutste uit m’n oksels, maar ’t voelde aan als comfortabel zweet.
De daaropvolgende dagen was ’t te warm om de nieuwe look vol te houden. Terug naar af. Maar wel een large gedragen om ’t uit de broek te kunnen houden.
Fret kwam naar me toe, een week later. We stonden samen achter de bar.
Fret is een klein jaartje ouder dan ik. We hebben in dezelfde scenes gezeten. Hij in Amsterdam, ik in Den Helder. We praten wel ‘ns over de muziek die we in dezelfde tijd gehoord hebben, 10-tallen kms van elkaar verwijderd, maar ’t voelde alsof we ‘tzelfde hadden meegemaakt.
‘Heb jij dat nou ook?’ vroeg-ie. ‘Dat je niet weet of je t-shirtje er uit moet of juist er in. Dat ’t t-shirtje ‘t zelf ook niet weet. Heb ik ‘m er in gestopt & doordat je de hele tijd beweegt, komt-ie er als vanzelf weer uit.’
Ik humde. Wist ’t niet zo goed.
Toen Fret zich omkeerde, stopte ik m’n t-shirt er maar weer in. Voor de helft. Aan de achterkant mocht-ie lekker doorgaan met wapperen. ’t Was veel te heet om ’t niet te laten doorluchten, dacht ik. Ik zag dat Fret z’n shirt er inmiddels ook zo bij hing.

Er vinden grote revoluties op de cm² plaats in Zijperspace.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *