Ik slaap.
Ik slaap vooral. Niet de hele dag, vooral niet de hele dag. Maar slapen doe ik dus wel. Veel.
Er is nl een aanzetje tot slapen & t wakker worden. Die komen beiden vaak voor bij mij. De laatste tijd.
Aanzetje is als ik bijv een boek lees. Probeer ik mn ogen open te houden. Proberen, proberen, proberen
.. & Plots ben ik dan toch weg.
Hoewel ik wist dat ik ging slapen, klaarblijkelijk, want t dure boek ligt veilig dichtgeslagen naast mn zij. Bladaanwijzerstouwtje, in klassiek rood, netjes op de juiste plaats.
Daarnet ook. Toen wist ik t wel. Toen kostte t me nl vreselijk veel moeite de juiste houding te vinden. Want met een boek heb je veel kussens nodig, met slapen minder. Anders breek ik mn nek.
Kussen opzij, bovenste kussen dan, schuif m onder mn oor. Andere kussen blijkt te veel dikte te veroorzaken, moet weg. & 3e Kussen, oorspronkelijk de ondersteuning van t dikke boek, moet t slapend lichaam gaan verwarmen.
t Vergt organisatie.
Of als ik in bed lig, dromend over ratten die zich in mn kelder bevinden.
Nee, t is echt. Ik heb gebeld.
Hoe groot of die mogelijke keutels dan wel waren?
Nou, zei ik, nou. Toch wel 1½ cm. Misschien groter.
Dat ik niet wilde zeggen dat ik er niet naar durfde kijken. Dat mn bovenbuurman langs was geweest om mn kelder te inspecteren & flesjes uit de kelder haalde waar ik zelf niet meer bij durfde. Dus wist ik niet zeker of ze wel 1½ cm waren.
Maar zij zei onmiddellijk dat t geen kriebelige keuteltjes waren, zij van aan de andere kant van de telefoon. Niet van muisjes. Dan zouden t wel van ratten zijn geweest.
Dat dacht ik ook.
Heb ik r ook verteld. Nee, gezegd. Ik zei van dacht ik ook.
Maar daarvoor had ik er al over gedroomd. Want ik was die keutels, niet van de kriebelige, al eerder tegengekomen. Anders had ik mn bovenbuurman ook wel ongemoeid gelaten.
Droomde dus dat ze overal waren.
Dan slaap ik, als ik droom. & Omdat t geen mooie droom is, word ik dan weer snel wakker.
Dan duurt slapen lang. Van lang wakker blijven, tot langzaam wakker worden. Dan slaap ik wel veel op een dag.
Je moet toch wat. Ik ben er immers de hele dag.
Soms slaap ik met mn mp3-speler aan. Dan speelt-ie de cursus geschiedenis van Griekenland af. Ik leer t meeste tijdens mn slaap. Hoewel ik niets meer ervan weet als ik m bij volle bewustzijn nogmaals draai. Zelfs niet dat van vlak voor slapen gaan.
Zo blijft-ie lang goed, die cursus, doe ik er langer mee.
Vandaag is eigenlijk een slecht slapen dag. Aan elkaar. Slechtslapendag. Want t is te warm om mn deuren open te houden. & Binnen is t daardoor te koud om op de bank te liggen.
Dus dagdroom ik. Dagdroom ik mn vingers lange verhalen schrijvend. Dat iedereen t weet. & Ik maar verder vertel. Hele verhalen, boeken vol.
& Dat ze dan allemaal lezen. Kunnen lezen. Tussen alle regels door.
Ik denk dat ik er Zijperspace maar ns mee ga vullen.