Ik probeer me de kamer van m’n ouders te herinneren. Zoals-ie ’t grootste gedeelte van m’n jeugd was, aan de Marsdiepstraat 406, later 512.
In ’t midden van ’t gezin bevond zich de kamer van m’n ouders. Als je de trap op kwam, kon je rechtdoor hun kamer in. Rechtsaf was de kamer van Quint & Marc, de jongsten; linksaf de wat grotere kamer van Carel & mij; boven op de grote zolder sliepen Jan & Theo. ’t Kloppend hart van ’t gezin was de kamer van m’n ouders. De deur stond altijd open, m’n moeder was altijd wakker.
Links in hun kamer bevonden zich de ingebouwde kasten van m’n vader. Daar hingen zijn pakken, stropdassen & lagen voor de rest allerhande belangrijke papieren, vooral betrekking hebbend op z’n hobbies. Onderin de kast bevond zich ook een reusachtige atlas, waar wij niet in mochten kijken. Die was veel te duur om door kinderhanden te laten aanraken. Pa was geabonneerd op ’t toegestuurd krijgen van steeds weer nieuwe bladen voor die atlas; we kregen dat wel ‘ns onder ogen als hij de post uitpakte, maar voor de rest was ’t geheim. We keken slechts stiekum onderin die linkerkast & haalden dan heel voorzichtig, dat ding was loodzwaar, de atlas tevoorschijn.
Z’n kasten roken zakelijk, een beetje als inkt. Bakken stonden er, kaartenbakken, waarin precies z’n gesystematiseerde genealogische aantekeningen pasten. Z’n koffertypemachine kon je er vinden. Pennen (‘Altijd in mijn hand teruggeven’, zei hij als je er 1tje mocht lenen), papieren. Mijn vaders domein.
Er was nog maar net ruimte om die kasten te openen, de deuren raakten dan ’t bed. Maar veel ruimte had mijn vader niet nodig. ’t Maakte zijn gesnuffel in z’n kasten nog geheimzinniger, z’n neus gestoken in de kier van nog geen ½e meter.
Mijn moeder had de linnenkast. Een oeroude houten linnenkast, ik geloof een huwelijkskado van m’n grootouders, die altijd lekker rook. In de loop van de jaren kwam ik erachter dat m’n moeder die geur creëerde door geurzakjes, waarin veel bloemen, tussen de handdoeken, washanden, zakdoeken & haar eigen kleding te leggen.
De linnenkast stond rechts van hun slaapkamerdeur. We konden er altijd bij. We moesten uit de ene helft onze handdoeken halen, voor als we in bad gingen. Eventueel washandjes, maar daar hielden we niet van, dus gebruikten we die nooit.
Uit de andere helft van de linnenkast haalde m’n moeder haar eigen kleren. Die hingen daar aan knaapjes of lagen gevouwen op de plank erboven.
Bovenop de kast lagen ook nog wat spulletjes. We gingen op ’t randje van ’t bed staan, een meter boven de grond, & konden zodoende nog net zien dat er wat lag. Als we iets vermoedden, als er wat gebeurd was op school, leunden we schuin voorover, een ½e meter, & bewogen 1 hand over de linnenkast, op zoek naar de geheimen. M’n ouders hadden ’t idee dat dit voor de kinderen een zeer moeilijk te vinden plek was, maar wij hadden al die jaren door dat daar de grootste geheimen werden bewaard. Zodoende waren we bijtijds op de hoogte van vileine brieven van onze docenten, waarin aanmerkingen over ons gedrag op school & de invloed daarvan op de resultaten.
Helaas ontdekten we lang niet alles van de correspondentie van leraren & ouders.
Rechts was ’t raam, uitziend op de achtertuin, de garage & de buurt erachter. Daar keken we nooit door, daar hadden we de kamer van Quint & Marc voor.
Belangrijker waren de gordijnen, die geheel gesloten werden zogauw m’n moeder last van hoofdpijn had. Ook ik werd wel ‘ns overdag op de kamer van m’n ouders gelegd, vanwege ’tzelfde probleem. Een betere kamer was er voor dit soort euvel niet. De kamer werd in bijna geheel gehuld in duisternis. Slechts een kiertje wist tussen de 2 gordijndelen door te glippen. Maar dan wist je tenminste of ’t overdag of ’s avonds was.
Achterin de kamer, naast ’t raam, stond de boekenkast van m’n vader. Al z’n hobbies stonden er in vertegenwoordigd. Daar haalde hij z’n boeken voor vlak voor ’t slapen uit. Boeken over vogels, de natuur, over reizen, vooral wandelen, over Zwitserland & de alpen, over genealogie. & Natuurlijk z’n jazz-naslagwerken, waarin hij aankruiste wat-ie allemaal inmiddels op geluidsdragers had verzameld.
Die kwamen op z’n nachtkastje ernaast te liggen, als-ie er in bezig was. Aan beide zijden van ’t bed stond er een nachtkastje, met deurtjes die afgegrendeld konden worden met een sleutel. Ouderwetse sleutels, met krullen & kringen, reeds metalig bruingroen van ouderdom. In de kastjes lag niks bijzonders, dat hebben we in de loop van de jaren natuurlijk meermaals uit nieuwsgierigheid gecontroleerd. M’n moeder had wat tijdschriften er in liggen, enkele zakdoeken & eau de cologne; m’n vader slechts tijdschriften. Bovenop lag ong ’tzelfde, afhankelijk waar ze voor ’t slapen gaan mee bezig waren. Met een radio-wekker, zogauw die verkrijgbaar was deed die z’n intrede, op ’t kastje van m’n moeder. M’n vader werd er toch niet wakker van. Pas als m’n moeder ‘m voor de 10e maal gewaarschuwd had dat-ie te laat zou komen, kwam m’n vader er uit.
M’n vader lag aan de raamkant van ’t bed, waardoor m’n moeder ’t meest overzicht had over wat er op de overloop gebeurde. Ze keek op & zag de deuropening.
’t Bed bestond uit dekens, met daaronder een laken. Overdekt door een sprei. In onze kinderogen ’t lekkerste onderdeel van ’t bed. We stalen de sprei zo af & toe om ’t te kunnen gebruiken voor de bouw van een hut. We konden ons er ook mee verkleden tot roverhoofdman, of sjeik.
De dekens wogen kilo’s. Je werd helemaal bedolven door ’t gewicht, waardoor je meteen ’t idee had dat ’t warm was, ook al was ’t hartje winter.
Ik lag er als ik hoofdpijn had. Een enkele keer werd ik naast m’n ouders neergelegd in geval van een nachtmerrie of als ik erg ziek was. Aan de kant van m’n moeder. Dat was ’t warmst. Dan warmde m’n moeder m’n voeten op met die van haar. Ik moest helemaal aan ’t randje liggen, want m’n vader nam nogal wat ruimte in beslag doordat-ie in z’n slaap vaak lag te woelen. Dan lag ik in de warmte van m’n moeder’s holte. Ze masseerde m’n nek, waardoor ik slaperig werd. Helemaal bedolven onder dekens, laken, sprei, & omarmd door m’n moeder, vermoeid koortsig, viel ik in slaap.
’t Was de veiligste plek in Zijperspace.