t Begon met per ongeluk. De tong floepte plots die kant op. De verkeerde kant op. Onbedoeld. Ik heb wel ns gehoord dat de tong bijna niet stilligt, blijft bewegen, hoe miniem ook tijdens de slaap. Door die constante beweging kwam t dus per ongeluk boven op de warme gloed terecht. Daar mocht t niet zijn, dacht ik onmiddellijk. Dat had t stenciltje dat de tandarts had meegegeven mij verteld. & Schielijk legde ik mn mond aan t andere uiteinde van mn gebit, op de overblijfselen van een lang geleden getrokken verstandskies.
Ik kon me onmiddellijk de hechtingen weer herinneren van 20 jaar her, toen mn 1e verstandskiezen waren verwijderd. Er moest toen gegraven worden. Huid werd opzij gezet door de kaakchirurg. Dankzij een afgedekt hoofd had ik daar niets van kunnen zien. Maar later wel kunnen voelen. Met touwtjes werd de huid weer vastgebonden, bij elkaar getrokken. Touwtjes die uitstaken. Die lastig door mn mond fladderden. Waar mn tong geen genoeg van leek te krijgen.
& Elke keer dacht ik dat ik & mn tong t wel afgeleerd hadden, als we gezamenlijk aan de touwtjes trokken. Ik stuurde, mn tong tastte. We probeerden uit of de touwtjes al gaar waren om uit zichzelf, zoals de dokter had verteld, mn wonde zou verlaten. Een pijnscheut liet weten dat dat nog niet t geval was. & Toch probeerde ik t later op de dag weer.
Na een dag vond ik t welletjes. Mn tong wilde perse, waarom zou ik m tegenhouden als ik er voor de rest geen last van had? Dus legde t zich neer bovenop t gapend gat. Niet meer dan dat. t Mocht nog niet verkennen wat t resultaat was van de verwijdering. Slechts berustend, verwarmend, geruststellend liggen.
Maar ook daarvan profiteert een tong. t Zit in de aard van t beestje. Altijd onrustig, altijd een stapje verder dan dat de rest van t lichaam wil. Dus stak t zn punt in de warme gloeiende hoop. Om te voelen wat er over was. Hoe groot t gapend gat.
Daarbij kwam dat ik na een ½e dag verontrust afwachten, & daarna t uiteindelijk onderkennen dat t verwijderen niet zoveel schade had berokkent, niet ten koste was gegaan van mn algemeen welbevinden, ik wel genoeg had van licht verhapbare maaltijden uit zorg dat mn kaken t niet eens zouden zijn met malende bewegingen. Dus nam ik een kroket uit de muur van de Febo. Voor slechts € 1,-.
Al t paneermeel echter, dat nodig is om de kroket haar krokante eigenschap mee te geven, brokkelde af, verspreidde zich in mn mond, & zo ook in t gat dat overgebleven was. Mn tong kon zn lol op. Poerend & peuterend bracht ze de paneermeelkorreltjes terug in mn mond. Totdat ze niet dieper kon. Of eigenlijk tot t moment dat ik terug moest denken aan de hechtingen van 20 jaar geleden. Waarbij de mededeling op t stenciltje van de tandarts niet te mogen zuigen of poeren aan de wonde mij ook danig parten speelde. Angstvallig hield ik mn tong weer opzij van de onheilsplek. s Avonds poetste ik mn tanden alvorens in bed vrijwel na betreding in slaap te vallen.
Nou lijkt dit geen groot avontuur. Er is hoegenaamd niets beleefd, behalve dat mn tong moeite heeft moeten doen restanten maaltijd uit de ruïne van de verstandskies te halen. & Ik ben er enkele dagen in gedachten mee bezig geweest te overwegen of t wel verstandig was mn tong zn gang te laten gaan. Of ik t wel die verkenningstocht mocht laten ondernemen. Daarbij steeds weer terugdenkend aan de 2 operaties van weleer. Lang geleden, maar in mn geheugen gegrift.
Maar ook al lijkt dit niet opwekkende, verheffende, nieuwe inzichten tonende literatuur, ik kan hier niet verzwijgen hoe opgelucht ik was te ontdekken dat korrels gefrituurde paneermeel, alsook kruimels brood, flubbertjes gebakken ei, & klonters gebraden gehakt gemakkelijk te verwijderen zijn uit dit soort gapende gaten, door simpelweg de mond met water te spoelen na t consumeren van dergelijk voedsel. Daarbij eens flink t hoofd heen & weer bewegend, t vocht al klotsend alle uithoeken van de mondholte doorspoelend, & vervolgens een draaikolk te veroorzaken door turbulenties te creëren met t in- & uitspannen van de wangwanden.
t Was een hele opluchting dit te mogen constateren in Zijperspace.