Vanavond heb ik zomaar weer ‘ns spruitjes gegeten. Kant & klaar-maaltijd van de Albert Heijn: ‘Spruitjes stamppot met rookworst’.
Die rookworst hoort er eigenlijk niet bij te zitten. ’t Hoort zelfs geen stamppot te zijn. Hoewel we dat later wel wisten te waarderen. Dat werd er in gebracht, omdat we steeds meer behoefte kregen aan variatie. M’n vader had daar niet perse behoefte aan. Die wilde net als vroeger spruitjes, gewoon met aardappelen, liefst daarbij klapstuk met veel vet eraan, zoals we ’t vroeger allemaal ’t lekkerst vonden.
Volgens mij waren de 1e spruitjes van ’t jaar ’t best te genieten. Nog niet te wrang, lichtjes zoet van smaak. De kroontjes, de kontjes van de kroontjes, moesten nog een klein beetje knapperig om in te bijten zijn. Net niet helemaal gaar. & De spruitjes hoorden niet uit elkaar te vallen. Maar wel net zacht genoeg om te kunnen prakken. Geprakt met de aardappelen bedekten ze ’t bord. Met in ’t midden een kuiltje. Voor de jus.
Naarmate ’t seizoen vorderde werden de spruitjes kleiner. M’n moeder hield bijna niks over van een kilo bij de groenteboer. ’t Werd uiteindelijk een klein pannetje vol, waar m’n vader ’t 1e recht over had. & Als je vroeg genoeg op de dag had gezeurd dat je ook een hapje wilde, had je kans dat je de andere helft kreeg.
‘Ja, ik heb ’t Ton beloofd,’ zei m’n moeder dan tijdens ’t opscheppen, ‘de volgende keer ben jij aan de beurt.’
Juist die kleintjes konden verrassend lekker zijn. In tegenstelling tot wat de verwachting was. Al ’t genot van de spruit leek geconcentreerd in een klein groen kogeltje. Heldergroen. Met een lik mosterd erop zag de spruit temidden van de aardappelen, tezamen geprakt, er perfekt uit. Mooier kon m’n bord eten er niet uit zien.
M’n vader dacht daar iets anders over. Die at spruitjes ’t liefst de dag erna. Kon ’t opgewarmd worden. & Lichtjes aanbranden. Waardoor ’t een bruin korstje kreeg. Niemand anders die ’t dan nog lustte.
M’n vader had de mosterd & peper naast z’n bord staan. Hoewel er al genoeg peper op zat, volgens m’n moeder. Maar ook al hoorde m’n vader ’t, hij verstond ’t niet, wilde ’t niet verstaan. Peper moest er op. ’t Ging ‘m alleen al om ’t gebaar van ’t strooien van de peper. & Daarnaast dan nog de mosterd.
Ik stopte m’n maaltijd vandaag in de magnetron. In 6 minuten klaar. Gloeiend gelijkelijk verdeeld heet. Ik weet niet of m’n vader wel jaloers op me zou zijn. ’t Zou ‘m veel te weinig moeite hebben gekost. & ’t Werd bovendien nogeneens knapperig bruin. M’n vader weet vast niet wat een magnetron is, heeft ‘m in ieder geval nooit gebruikt. De spruitjesstamppot heeft-ie waarschijnlijk uit z’n geheugen gebannen.
Er wordt geprakt, niet gestampt, in Zijperspace.