Ik ga dood. Vannacht wist ik ‘t weer ‘ns zeker. De vraag was alleen nog wanneer. Dat heeft me enkele uren wakker gehouden. Van die tijd heb ik geprofiteerd door een zekere mate van onderzoek op m’n lichaam uit te voeren. Dat is overigens ook niet bevorderlijk voor de nachtrust.
In de loop van de jaren ben ik aardig wat te weten gekomen over m’n darmen. Vooral de wetenschap over waar ze zich bevinden is in deze belangrijk te noemen. Moet ik niet vergeten erbij te vermelden dat kennis over ‘t reaktievermogen van de darmen ook mooi meegenomen is. Ik wil niet zeggen dat ik er bijna dagelijks profijt van trek, maar ‘t is zeker handig dat ik gebruik kan maken van deze in m’n hoofd opgeslagen info. ‘t Doet me wel ‘ns realiseren dat ik niet onmiddellijk hoef dood te gaan.
Op 1 of andere manier is ‘t idee in m’n hoofd ontstaan dat er iets niet klopt aan m’n hart. Hij klopt wel natuurlijk, maar niet regelmatig genoeg, zo lijkt ‘t, als ik bezig ben hard te fietsen.
& Als ik fiets dan fiets ik hard. Ontegenzeggelijk.
Dus heb ik een hartritmestoornis. Misschien komt ‘t doordat Büch zaterdag is overleden aan een hartstilstand. Maar meer nog dat de dag erna een neef aan dezelfde weigering bezweek. De 1e van de kleinkinderen van m’n oma. Slechts 5 jaar ouder dan ik.
Nou was zijn postuur behoorlijk anders dan mijn verschijning (zeer juist uitgedrukt: hij had postuur; ik ben slechts een verschijning bij hem vergeleken). Ik zou me met mijn gezond ogend lichaam nergens zorgen over hoeven maken, zo klinkt ‘t ergens zeer verstandelijk achterin m’n hersenen. Die gedachte heeft echter geen overwicht. Nee, de hartaandoeningen hebben hun intrede gedaan.
Toch aardig wat uren vannacht doorgemaakt waarbij ik m’n hartkloppingen probeerde te tellen, maar vooral wilde betrappen op onregelmatigheden. Daartoe meermaals m’n hand op ‘t hart gedrukt, mezelf bevoeld om te onderzoeken waar de telling ‘t best bijgehouden kon worden & onrustig geïnspecteerd of m’n hals dan wel pols wellicht een betere plek voor deze registratie was.
Toen kwamen de darmen. Ze waren er natuurlijk al, maar ze lieten op een gegeven moment, midden in mijn onrust, merken dat er wel degelijk rekening met ze gehouden diende te worden.
Weet u overigens dat een deel van de darm een akelig vervelend bochtje maakt? Je zou zeggen dat de darm gewoon van rechtsonder naar rechtsboven (ribbenkast) loopt, vervolgens de linkerkant bezoekt & naar beneden duikt. ‘t Is echter net wat ingewikkelder. Weet ik dank zij de geduldige uitleg van de gastro-enteroloog. Een bekwaam man als ‘t gaat om spastische darmen.
Aan de linkerkant maakt de darm plots een bochtje naar boven. Hij duikt onder de ribbenkast. Heel vervelend. Er zit zodoende een stukje darm ong ter hoogte van ‘t hart. Zo voelt ‘t in ieder geval. & Door de xtra bochten aldaar, kunnen er ook meer opstoppingen plaatsvinden. Een zeer akelig gevoel. In geval van spastische darmen zeker.
Nou zal men veronderstellen dat ik daardoor nog onrustiger werd. Maar niets is minder waar. Ik was eigenlijk wel opgelucht. Blij dat m’n darmen vanaf dat moment de schijn van hartstoornissen creëerden. Ze waren dermate aktief dat ‘t me geenszins meer lukte concentratie op te brengen voor de telling van de slagen. Al spoedig heb ik dat dus opgegeven.
& Al luisterend naar & meevoelend met de aktiviteiten in m’n darmen ben ik weggedoezeld.
Natuurlijk wel in de wetenschap dat ik dood ga.
Dat was dan weer een slechte droom in Zijperspace.