tulp IV

Tulp IV

Als je op je top zit, wil dat dan niet eigenlijk zeggen dat je er al overheen bent? Er vallen gaatjes, in dit geval dreigen er blaadjes af te vallen, maar door de aankomende aftakeling lijken de scheurtjes die zich in de verschijning voor gaan doen de kracht van vlak ervoor te weerspiegelen.
Of iets dergelijks. Ik moet de woorden nog in de juiste volgorde zetten.

Ik had al enkele jaren niet gepeld. Een poging tot studeren, gekte & werkloosheid hadden me er vanaf gehouden.
Maar toen m’n relatie was beëindigd & ik m’n 2e poging tot studeren moest zien te bekostigen, ben ik toch maar weer naar een bollenboer gestapt.

Ik logeerde in de caravan van m’n ouders, bij m’n broer op ’t platteland gestald, & liep elke ochtend enkele 100-en meters naar de bollenschuur.
Buiten de familie van de boer was ik de enige die lopend aan kwam zetten. De rest was scholier, dus op de fiets, of huisvrouw die ’s ochtends door de man met de auto werd afgezet.
Ik was de oudste van de niet-huisvrouwen.
Ik verdiende ook ’t meest. Ondanks dat ik er enkele jaren uit was geweest, vulde ik de meeste kisten met gepelde bollen.

Ik was een vreemde verschijning voor al die kinderen tussen 12 & 18 jaar. Te oud. Te wereldwijs. Elke zin die ik sprak kwam aan als een waarheid.

Ik zag weer broertjes die ruzie met elkaar maakten, over bollen die bij de ander in de kist gevallen waren. Ik zag meisjes verliefd worden op de schuurknecht. Ik zag een boer die 24 uur lang in de schuur leek rond te bewegen. Ik zag m’n vingers slijten. & Opnieuw uitdijen van ’t snel reagerende eelt.

‘Vind je dit goede muziek?’ vroeg de 1e durfal mij.
’t Brutaaltje. Buiten hem had nog niemand z’n mond tegen me open durven doen. Behalve de boer zelf dan.
Hij had z’n hoofd tussen de kuubkisten geschoven om zich boven de radio uit voor mij verstaanbaar te maken.
Ik reageerde alsof er niets aan de hand was. Ik wist overal antwoord op te geven, ook al werkte ik hard.

Ik mocht meeëten bij m’n broer. Maar daarna weer de caravan in.
Ik las. Liggend op de kussens waar we vroeger strips in verslonden. & M’n ouders hun vakantienachten op doorbrachten. & Ondertussen verzon ik listen om m’n ontbijt zo goed mogelijk koel te houden.

Als ik uitgedacht & uitgelezen was, waagde ik een enkele keer de wandeling naar ’t dorp.
Ik vroeg me wel eens af waarom ik die reis ondernam. Lopend. Toch zo’n 30 min gaan. Alleen maar om in een onbekende dorpskroeg 2 bier te drinken. & Dan te bedenken dat ze geen contact met een stads mens wilden maken. Ook al was-ie de broer van een dorpsgenoot.
Ze keken & gingen vervolgens aan de andere kant van de bar zitten. De barman sloot zich al snel bij dergelijk gezelschap aan. Die kende hij tenslotte.

Op de terugweg vroeg ik me af of ik me zo ook voortbewoog in de grote stad inmiddels. Onbekend, tastend, niet wetend wat de anderen wilden.
’t Doel leek altijd zo duidelijk, daarvoor. Je ging uit & ontmoette de rest. Al degenen die je van gezicht kende. Een knikje met je hoofd was vaak genoeg. Wachten tot de ander wat zei verbloemde ’t gebrek aan fantasie. Gebrek aan belangstelling soms ook.

Ik zei dat ik de muziek niet leuk vond.
‘Kan er niet wat anders op?’
Wat ik dan wou. ’t Jochie moest in z’n stoere rol blijven & verder vragen. Want iedereen luisterde mee.
‘Hm, Radio Tour de France bijv.’
Hij sprong op, gilde naar de mensen die naast ‘m zaten, trok daarbij z’n handschoenen uit: ‘Zie je wel! Zie je wel! De Tour de France moet aan!’
Hij rende naar de radio die ergens in ’t midden van de schuur stond & gaf een draai aan de knop.
‘Ici, Radio Tour de France.’

Ik was oud, besefte ik. Ouder dán. Maar ’t enige wat ik ermee opschoot was dat ik eindelijk in de zomer de Tour kon volgen.
& Ik had een jochie te vriend die 1 keer per dag langs kwam om een praatje met me te maken. & Omdat we toch iets met onze vingers moesten blijven doen, hielp hij in z’n eigen trage tempo mee m’n kist te vullen.

Er zaten scheuren in Zijperspace.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *