verdeling

‘Ik wil die spullen hier gewoon niet meer,’ zei ze.
Ze schreeuwde ’t bijna. Ik moest de hoorn van m’n oor afhalen.
‘Dat snap ik heus wel,’ zei ik. ‘& Ik wil ’t zelf ook zo snel mogelijk uit ’t huis.’
Ik verdomde ’t om ’t haar huis te noemen, ook al was ik degene die vertrok.
‘Maar,’ ging ik verder, ‘je moet je ook voor kunnen stellen dat ik een plaats moet hebben waar ik mijn spullen kan neerzetten & dat m’n vader bovendien tijd moet hebben om ’t allemaal te verhuizen. & Daarnaast doe ik al behoorlijk m’n best om zo af & toe spulletjes mee te nemen.’
Die laatste zin was vast niet goed. Over de telefoon voelde ik dat ’t verkeerd viel, zonder dat ze er een woord over had kunnen zeggen.
‘Ik wil niet dat je elke keer een paar spulletjes meeneemt,’ barstte ze uit. ‘Ik wil dat je álles meeneemt.’
‘Dat snap ik heus wel,’ probeerde ik haar woede in alle redelijkheid op te vangen, ‘maar ik zal ook schone kleren moeten hebben.’
‘Ik wil niet dat je zomaar langskomt.’
‘Ik kom niet zomaar langs.’
‘Vorige week belde je wel zomaar aan.’
‘& Dat vond je leuk. Ik kreeg nog een bak koffie. & Je vroeg of ik trek had in een biertje. Dat heb ik toen afgewezen.’
Ze gilde. Dat ik niet doorhad dat ze eigenlijk wilde dat ik zo snel mogelijk weg was. Nee, dat heb ik niet door als ik een biertje krijg aangeboden. Maar er zat toch zeker een andere gozer op de bank. Die kende ik toch niet? Daarom juist. Daarom juist niet.
& Nog meer uitroeptekens.
‘Ik kom vanavond wel langs om m’n kleren op te halen,’ stelde ik voor.
‘Nee, dat doe je niet,’ tetterde ’t weer in m’n oren.
‘Jawel, ik heb geen onderbroeken meer om aan te trekken.’
‘Dan koop je onderbroeken bij de Hema.’
‘Ik heb geen geld. M’n studiefinanciering wordt nog steeds gekort omdat jij te veel verdient.’
‘Dan zorg je dat je meer geld krijgt.’
‘Je weet dat zoiets maanden gaat duren met studiefinanciering.’
‘Ik wil gewoon niet dat je langskomt.’
‘Dan stop je toch alle kleren van mij in een vuilniszak. Dan haal ik ’t wel op zonder dat ik binnen kom.’
Dieper kon ik niet gaan, vond ik zelf. M’n eigen kleren als oud vuil voor de deur waar ik eens gewoond had. & Dan stiekem die vuilniszak daarvandaan gappen. Zodat ze me van binnenuit niet zouden zien.
‘Ik ga jouw kleren niet inpakken. Ik wil die kleren niet meer aanraken. Ik wil ze weg! Weg! Weg!’
Hysterie, dacht ik nuchter, een duidelijk geval van hysterie. ’t Enige wat daartegen helpt is rustig blijven, rustig op haar in blijven praten. & Zorgen dat ik mezelf niet naar beneden haal.
‘& Die klotekast ook.’
‘Welke kast?’ vroeg ik verbaasd.
Ze overviel me. Ik had nog niet over meubels nagedacht. Ik zou de pick-up meenemen, dat was logisch, & 2 kleine boekenkasten, waar zij nog steeds kleren in had liggen, wist ik. Die zou ik ook ‘ns leeg gaan gooien als ik de gelegenheid ertoe kreeg. Zoals zij mij de deur uit gebonjourd had. Maar welke kast was er nog meer?
‘Die kloteboekenkast langs de achterwand.’
Die lange, bedacht ik me. Die de hele wand in beslag nam. Die we met 5 man met veel moeite in huis hadden gekregen. Een mooiere boekenkast bestond er niet. Via de voordeur, via de slaapkamer, via de slaapkamerdeur, via de tuin, via de tuindeuren in de achterkamer, was-ie op z’n plek terecht gekomen. We waren blij dat we nog 15 cm hadden overgehouden, paste de stekkerdoos nog net.
‘Die kan ik niet meenemen,’ zei ik verbouwereerd. ‘Waar moet ik die kwijt?’
‘Toch moet-ie weg,’ zei ze resoluut.
‘Maar hoe moet ik die wegkrijgen?’
‘Dan zaag je ‘m maar doormidden.’

Toen ik met m’n vader dat weekend aankwam kreeg hij de gewoonlijke 3 zoenen. Mij toonde ze geen blik waardig. Terwijl we de elektrische zaag halverwege in de kast zetten maakte m’n vader grapjes. Ze moest er om lachen. Mijn opmerking dat we haar deel van de kast zouden laten staan werd niet gehoord.

Mijn deel is allang vervlogen, ergens in een haardvuur in Zijperspace.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *