Jan staat een blikje bier bij me te drinken als Westmalle binnenkomt.
‘Ik heb wat bij elkaar gesprokkeld,’ zegt Westmalle, terwijl-ie met een grijns een doos met 6 statiegeld-flessen voor me neerzet.
Ik heb nog niet eerder meegemaakt dat Westmalle lege flessen bij me inleverde. ’t Blijkt dat-ie daardoor nog net een Amstel Gold kan kopen: slechts € 0,40 hoeft-ie te betalen.
‘Ik ben bezig, man,’ zegt-ie, opnieuw met een grijns.
‘Waarmee?’
‘Ach, man. Ik ben gewoon verkeerd bezig.’
‘Ik kan in ieder geval zien dat je onder invloed staat.’
‘Ja,’ lacht-ie, ‘ik heb al wat binnen gekregen. Stom, man, zoals ik bezig ben. ’t Is eigenlijk beneden mijn waardigheid.’
‘Hoezo?’
”t Is gewoon beneden m’n waardigheid wat ik vandaag aan ’t doen ben.’
Ondanks dat verliest-ie niet de grijns. Ook niet op ’t moment dat-ie op z’n fiets stapt & me nog ff gedag groet.
‘Toch blijft ’t een aardige gozer,’ zeg ik tegen Jan.
‘Hm,’ humt Jan.
‘Hm?’ vraag ik hummend terug.
‘Ik heb ’t bloed van de straat geveegd toen hij z’n vrouw finaal in elkaar sloeg.’
We zijn terug bij af in Zijperspace.