Verlatingsdagboek III

Bij thuiskomst heb ik naar de appels gekeken die groter geworden zijn zonder dat ik naar de achterkant van m’n tuin was gegaan om te zien wat er met de boom gebeurde. Al weken, misschien maanden niet.
Geen belangstelling. Waarschijnlijk ook angst.
Straks zijn die appels groot & kan ik er niets mee.
Ik hoef zelf maar een hap te nemen & ik schijt ‘m er uit. Plus alles wat de appel op de weg door m’n darmen is tegengekomen.

Daar ben ik niet bang voor. Je weet wat je weet & je doet zulke dingen daarom niet.
Er zijn ook geen pillen voor. Pillen voor tegen appels. Of peren, zelfde probleem. Pillen voor tegen peren. Ze zijn er niet, dus werken ze niet bij mij.
Nog een geluk dat ik geen perenboom heb.

Ik heb pillen tegen melk. Daarvan weet ik dat ze me goed doen.
Melk in ’t spel of iets wat er op lijkt? Dan is er wel een pil.
& Toch doe ik ’t liever zonder beiden. Geen melk, geen pil. ’t Lichaam wil zich niet laten bedonderen (als ’t weet dat de geest er kennis van heeft).

Straks moeten ze geplukt worden, die appels. & Omdat ik er geen belangstelling voor had, stond ik aldoor de oogst af, werd er appeltaart van gemaakt waar ik niet van at.
& ’t Is zo’n makkelijke stap om over die appels te vertellen & wat voor consequenties dat ooit voor de mensheid (die ik nu ff in m’n 1tje ben) heeft gehad, dat ik nu wil stoppen.

Geen pil tegen Zijperspace.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *