’t Monster is bijna verdreven. Langzaam loopt-ie m’n lichaam uit in de vorm van liters vocht. Alles plakt, alles voelt koud, alles voelt warm. Maar de steek achter m’n ogen is verdwenen, de hoest heeft bijna de moed opgegeven, de trilling in handen & benen heeft dermate aan kracht ingeboet, dat ik weer bijna blindelings de juiste toetsen kan vinden & voor ’t 1st in meer dan 24 uur wilde er een boterham m’n maag in.
Binnenkort is er weer veel Zijperspace.