Vlakhandig

M’n broer, 1 jaar ouder, legde me uit dat je sneller liep als je je handen vlakhandig hield. Vingers dicht tegen elkander & zorgen dat ze in dezelfde richting stonden als de rest van je arm.
De hoeken van ellebogen waren toegestaan, maar liefst niet te veel. Daarom vlakhandige armen maar vooral handen, heen & weer suizend tijdens de sprint: extra belangrijk. Windvang, of juist ‘t gebrek daaraan, was van even grote importantie. De armen een ietwat hoekig, gezien de ellebogen die niet anders konden, die je, ondanks dat gebrek, juist verder konden stuwen. Vanwege de rest die vlakhandig ging.

Dus we gingen.
Hard.
(waaschijnlijk onderweg naar de maandagavondse gymzaal van 7 tot 8)
& Terwijl ik dacht dat hij een zwabberachtige afwijking in z’n armcontrole had (die uitdrukking bestond toen nog niet), wist hij me toch elke keer te verslaan.

Ik had de indruk dat ‘t aan mijn dikke aanleg lag, die ik nog steeds met me meedroeg, van bij geboorte, die de reden was om mij Ton te noemen. Als dik. Rond. Zwaar. 1000 Kilo. Te weldoorvoed.
Carel wist daarvan. Met die voorkennis was ‘t makkelijk mij te verslaan. Kon hij sprookjes vertellen van vlakhanderigheid die mij zouden moeten verbeteren in voortvluchtigheid.

Soms voelde ik me ook wel over de aarde zweven, verlost van broer, onderweg naar doelen anders dan gemeenschappelijke school, hoewel in andere klassen. Doelen als ‘snel brood halen vanwege onverwacht tekort’, ‘tante krant bezorgen, want interessant nieuws & onze krant was al uitgelezen’, ‘uien voor andere tante -> winkels waren reeds dicht of die van ons goedkoper’, ‘zwembroek aan neef uitlenen vanwege afzwemmen voor diploma B’. Waarbij ik, naarmate de jaren groeiden vooral, steeds vaker op ‘t zadel van m’n fiets gezeten was in deze gratis bode-functie.

Maar dat weerhield me niet, hoewel reeds bedrogen, om de airplanningstheorieën van Carel op andere terreinen ten volle te benutten: voorovergebogen, benen dicht tegen elkaar (ondanks of juist dicht tegenaan ‘t frame), handen vlak met vingers vooruit gespitst, schuin omhooggaand, zodat de wind m’n hoofd over zou slaan, ook al was die reeds behoorlijk dicht staand bij ‘t stuur.

& Ik had ‘t idee dat ik daarin nooit verslagen werd. Hoewel m’n concurrentie meestal rustig rustend strips lezend thuis zat. Handen uitgestrekt aan beide zijden van de nieuwe Kuifje. 1 Jaar ouder, maar mijlen ver vooruit.

& Me straks vertellend hoe ‘t zou eindigen in Zijperspace.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *