wagons

Er reed een goederentrein door ‘t Centraal Station. ‘t Zal vast wel vaker gebeuren, maar ik heb ‘t in ‘t station zelden meegemaakt. Ik besloot de wagons te tellen. Dat had ik lang niet gedaan.

We kampeerden enkele jaren achter elkaar in Luxemburg. Op een camping aan de rand van een klein dorpje. Er liep een spoorweg langs ‘t kampeerterrein. Tussen de camping & ‘t spoor liep een snelstromend watertje. Niet al te snel, want anders konden we er niet in spelen, dammen bouwen, pootje baden.
Enkele malen per dag kwamen er goederentreinen voorbij. We keken dan op van onze bezigheden in ‘t water. Er moesten wagons geteld worden. De trein kwam aan de linkerkant een tunnel uit, & in m’n herinnering ging hij rechts de volgende in. Over dat laatste ben ik niet zeker. In de tijd dat de trein met z’n wagons zich binnen ons spectrum bevonden moesten we ze tellen.
”t Waren er 40,’ zei de 1.
‘Nee hoor, ‘t waren er 41,’ zei de ander.
‘t Maakte niet uit of m’n oudere broer telde of m’n neef, er was altijd een meningsverschil over de hoeveelheid wagons. & Eigenlijk had degene die de meeste geteld had ‘t meest gelijk. Want we moesten getuige zijn geweest van de langste rij wagons die door 1 trein getrokken kon worden. Konden we dan bij de tent aan de familie vertellen.
‘Pap! Pap! Er waren wel 45 wagons bij de trein. Ik heb nog nooit zoveel wagons in 1 keer gezien.’
De treinen passeerden de camping stapvoets. Je kon je makkelijk vertellen, want de gebeurtenissen in ‘t water waren een makkelijke afleiding.

Daarnet hoorde ik ‘t geluid van een lange rij wagons achter m’n huis voorbijgaan. Ik zie ze bijna nooit passeren, want de bomen & bladeren sluiten ‘t zicht er op af.
Als we met alles klaar zijn drinken we op m’n werk altijd nog ff een biertje. Bij mooi weer gaan we met onze glazen buiten zitten. In de verte kunnen we dan ook wel ‘ns een lange rij goederenwagons zien passeren. Soms blijft de trein stilstaan, terwijl een gedeelte van de grote hoeveelheid wagons zich nog midden op de brug over ‘t Lozingskanaal bevindt. Dan tel ik ze stiekem. M’n collega’s merken ‘t niet. Ik ben me zelf er ook niet van bewust, want ik kan er niet meer tellen dan degenen die verstild staan tegen de horizon. Wachtend op hun rit ‘t duister in. Alsof er zich aan de rechterkant een tunnel bevindt. Een tunnel die naar de jeugddroom een record wagons-tellen loopt.

Ik moest bij 17 stoppen. Die stond recht voor me toen de locomotief vanwege een rood licht moest halt houden. ‘t Voorste eind stopte aan de ene kant van de stationshal, terwijl ik ‘t achterste gedeelte van de rij nog niet kon zien. Die wagons moesten nog een bocht over de wissel maken, zodat ze m’n gezichtsbeeld zouden betreden. Ik telde niet verder dan 17, want die was recht voor me tot stilstand gekomen. Bovendien & was-ie makkelijk te herkennen.
Langzaam, zeer langzaam, kwam de locomotief weer op gang. ‘t Piepte & kraakte ouderwets. ‘t Leek onmogelijk dat de locomotief weer de volle vracht op gang zou kunnen krijgen. Maar toch kwam nr 18 voorbij. & Nr 19, nr 20, 21….

30 Is geen record in Zijperspace, maar wel lang geleden.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *