weersvoorspelling

‘Wat wordt ‘t voor weer, morgen?’ vraag ik aan de ‘warden’ van ‘t Youth Hostel, in de hoop dat ‘t wat koeler zal worden.
Ik ben nog niet eerder in een Youth Hostel geweest, waardoor ik ‘t gevoel heb dat ik al 100-en vragen op de warden heb afgevuurd. Hoeveel ‘t kost; waar ik nog meer terecht kan; hoe laat ik binnen moet zijn; of ik na 10 uur ‘s ochtends helemaaal niet naar binnen kan.
‘Ach,’ de warden weet ‘t eigenlijk niet, zo blijkt uit z’n reaktie.
‘Ik hoorde onderweg dat ‘t misschien wel zou gaan onweren,’ probeer ik in z’n mond te leggen.
‘Ach,’ is opnieuw z’n reaktie, ‘dat gebeurt alleen als de wolken ‘t Kanaal over willen steken.’

De warden is een vrijwilliger. Ik zag ‘t op een bord staan, ergens in ‘t YHA.
‘Our YHA-personnel are volunteers. Please be helpfull & wash you dishes. Leave stuff like you want to find it yourselves.’ Of iets dergelijks.
Hij is gepensioneerd. Allang, want hij is zeker in de 70. Z’n lichaam is evengoed kwiek genoeg om warden te zijn.

De volgende ochtend heb ik besloten nog een dag te blijven. Ik informeer opnieuw naar ‘t weer.
‘Ik denk dat ‘t ong ‘tzelfde wordt als gister,’ is zijn indicatie.
Waarna ik aan de voorkant van ‘t Youth Hostel ga zitten. De temperatuur lijkt aangenaam genoeg om daar m’n ontbijt te nuttigen. & De warden heeft er tenslotte vertrouwen in.
Als de warden z’n voorspelling komt peilen, vlucht ik naar binnen. Een kleine bui lijkt de tocht over ‘t Kanaal te hebben overleefd.

Ik voel me niet op m’n gemak bij de man. Hij lijkt niet op m’n opmerkingen te reageren. & ‘t Kost ‘m moeite te antwoorden op m’n vragen.
Als ik ‘s avonds weer op ‘t YHA arriveer, lijkt-ie ook een stok te hebben gevonden waarmee hij mij kan slaan.
‘Ik heb de douche niet schoongemaakt. ‘t Is de bedoeling dat je de spullen achterlaat zoals je ‘t zelf zou willen aantreffen.’
Ik begrijp z’n hint. Naast hem, was ik de enige man de afgelopen dag in ‘t YHA. Ik bied m’n xcuses aan & neem zo snel mogelijk een douche om de boel op te ruimen.

‘s Avonds maakt de warden een praatje met een duits stel dat net gearriveerd is. Daar kan-ie blijkbaar wel mee communiceren, bedenk ik me als ik me in de ‘study’ terugtrek om een boek te lezen. De wanden van de study zijn dik genoeg om me afgezonderd te voelen, & tegelijkertijd dermate dun dat ik delen van ‘t gesprek kan opvangen.

De warden heeft gevochten in de oorlog. Lang geleden. Hij heeft toen z’n broer verloren. Ook soldaat. 4 Dagen voor ‘t eind gesneuveld.
Vertelt-ie tegen duitsers, kinderen van de daders misschien.
De warden heeft nog meer dingen gedaan. Is bijv ook 5 maanden in Australië geweest, maar kon daar niet aarden. & Nog veel meer.
Ik hou me echter zoveel mogelijk bij m’n boek.
Of-ie ook weet wat ‘t weer gaat worden, vraagt de duitse vrouw. Hoor ik door de niet zo winddichte wanden heen.
‘Ongeveer ‘tzelfde als vandaag,’ vertelt-ie. ‘De buien zijn vooral in ‘t Noorden te verwachten. & Waarschijnlijk ook in Duitsland & Frankrijk. Hier zal ‘t wel droog blijven.’

Een ½ uur later begint ‘t te plensen. Ik realiseer ‘t me te laat om m’n was droog binnen te krijgen.
Ik besluit nog een dag te blijven.

Morgen is alles ‘tzelfde als vandaag in Zijperspace.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *