weerweerzien

‘Weet je wel hoe ’t met Stella gaat?’ vroeg Esther.
‘Nee, ik heb niets meer van haar gehoord. Misschien is ze wel zwanger van een 4e kind.’
‘Nee, joh. Als je in iets meer dan een jaar 3 kinderen krijgt, dan ga je niet meer aan een 4e beginnen.’
‘Ja, dat zal dan wel.’

Esther kwam 5 minuten daarvoor de winkel binnen.
‘Ik was al eerder voorbij gelopen. Ik had je achterin de winkel zien staan. Maar ik moest 1st nog een paar boodschappen doen. Didgeridoo kopen.’
‘Tuurlijk. Zonder dat is ’t geen leven in A’dam-West.’
Samengeknepen ogen. Met glinstering diep van binnen. Je moet goed kijken om die twinkeling te zien. Die gulle, maar soms ook geniepige lach om haar mond, daar waar we allebei de meeste lol om hebben, leidt wel ‘ns af. Gelukkig weet ik dat ’t er is, als ze lacht.
‘Je ziet er goed uit.’
‘Ja, jij ziet er ook goed uit.’

Ik zie de mensen te weinig. Verlies ze uit ’t oog. Zijn ze vertrokken naar een ander onderkomen. Juist op ’t moment dat communicatie moeilijk gaat. Verloren telefoon. Nieuwe behuizing. Andere agenda. Zwangerschap. Of gewoon moeilijkheden.

Stella was naar ’t buitenland. & Ik leefde ondertussen weer in Den Helder. Dan ontmoet je elkaar niet.
Ik moest aan de tramchauffeur vragen of ik uit mocht stappen. Ook al waren we de tramhalte reeds gepasseerd. Maar we stonden stil.
‘Er rijdt daar een vriendin die ik jaren niet heb gezien,’ probeerde ik nogmaals.
Toen liet-ie me gaan. Met tegenzin.
‘’t Is op je eigen verantwoordelijkheid.’
Dat hoorde ik nog net. Riep ondertussen al keihard: ‘Stella!’
& Nogmaals: ‘Stella!’
Ze reed op een opoefiets. Of stond eigenlijk vooral stil. Om dezelfde reden als de tram. Opengebroken weg. Mondjesmaat werd verkeer doorgelaten.
Ik rende op haar af. We hadden elkaar 2 jaar niet gezien. Vervolgens zagen we elkaar 6 jaar lang wekelijks, zoniet dagelijks. Toen ik haar daarna weer uit ’t oog verloor, zag we elkaar meer dan een jaar niet. Ze kwam vervolgens voorbij rijden met een kind voor de borst. Weer gillen over straat. Nu niet te hard, want anders stoorde ik de rust van de pasgeboren baby.

Joe kwam binnen. Die kwam voor z’n flesje bier. Hij wist de weg naar de koelkast. Ik zag ‘m de deur openen toen ik uit de kelder tevoorschijn kwam. M’n armen beladen met voorraad.
‘Hai, Joe’ zei ik op z’n engels.
‘Hai, Ton,’ zei Joe.
Dat hoorde ik al niet meer, want achter hem stond Esther.
Die samengeknepen ogen. De sproeten. Een glunderen van ‘hier ben ik weer’. Schielijk om de hoek van uitgestalde waren.

2 Jaar eerder had ik haar terug geroepen. Ik had haar door ’t raam van de etalage voorbij zien gaan. Ik excuseerde me naar de klant die voor me stond. & Met weergaloos enthousiasme, ik wist dat ’t zo over zou komen, riep ik Esther na.
‘Ik ben hier met een vriend,’ legde ze snel de situatie uit. ‘We zijn even een paar deuren verder. Vind je ’t erg als ik straks nog even langs kom?’
‘Nee, nee. Ik moet toch 1st deze klanten helpen.’
Ze bleef een uur. We praatten een uur. We wisselden telefoonnrs uit. & Wetenswaardigheden. Over mensen die we kenden. Uit ’t oog verloren hadden. Stella hoorde daar ook bij.
‘Stella heeft een kind,’ zei ik. ‘& Is nu zwanger van een tweeling.’
We zijn daarna naar de bios geweest. ‘La stanza del figlio’. We hebben gedronken. Zoals we gewend waren te doen. Veel te vroeg beginnen & veel te laat eindigen. Ze kwam langs op m’n verjaardag. Waar Stella ook was.
& Opeens niks meer van beiden gehoord. Stella buiten de stad, Esther in therapie.

‘Ik heb een ticket gekocht,’ vertelde Esther me nu. ‘Voor Egypte. Ik ga naar m’n toekomstige vriend.’
‘Oh, hij weet ’t zelf nog niet,’ concludeerde ik.
& Vanwege die kuiltjes in de wangen, die ogen, waarvan je weet dat ze zo zullen reageren, daarvoor maak je die opmerkingen. Omdat heel geniepig er een andere opmerking terug zal komen. Onderhuids stekend, of kietelend in haar geval. Sarcastisch. Maar afkomstig van degene die dat met verve & een grijns kon doen.
‘Die jongen die toen bij me was. 2 Jaar geleden. Hij belde dat ik een didgeridoo mee moest nemen. Die heb ik net gekocht. Een uitschuifbare. In 3 delen.’
‘Hoe is ’t met die jongen die toen bij je woonde?’
‘Naz? Die is net getrouwd. In Algerije. ’t Ging net weer goed tussen ons. ’t Overviel me. Daarom ga ik nu naar m’n toekomstige vriend.’
‘Ja, je moet natuurlijk iets met je pas verworven vrijheid.’
‘Heb jij nog iets van Stella gehoord?’
‘Nee. & Ik kan haar niet bellen, want ik ben alle telefoonnrs kwijt. Ook die van jou.’
‘Ik heb haar, nadat ik haar hier in A’dam nog bezocht had, nog een keer proberen te bellen. Toen ze al in Culemborg woonde. Antwoordapparaat ingesproken. Niets meer van gehoord. Hier, heb je mijn telefoonnr.’
‘Je ziet er goed uit.’
‘Jij ziet er ook goed uit.’

& We spraken af dat we elkaar weer zouden ontmoeten, ergens in Zijperspace.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *