11e route

’t Werd een dutje van een uur. Moe van 4 maal een ½e liter naar binnen werken. & Daaroverheen een maal van Bratwurst.
Gedurende de ochtenduren.
Een middagdut die me weer opnieuw zou kunnen laten beginnen.

Ik besluit me zelf fit te fietsen tegen de berg op. De berg die me in de richting van Debring zal brengen. Waar brouwerij Müller zich bevindt.

’t Zijn kleine puzzeltjes. De kaarten vol met routes, die bij aankomst óp die routes er toch anders uitzien dan de verwachting die de tekens op de platte weergave van ‘t landschap hebben geschapen.
Op de rand van m’n bed raadpleeg ik de ene na de andere kaart. Die van m’n Brauereiatlas & die van de plattegrond 1:50.000.
In m’n hoofd probeer ik alle mogelijke interpretaties, probeer met alle aangegeven factoren rekening te houden. Bergop & bergaf, heen & terug, verharde & onverharde wegen. & Natuurlijk ’t moment dat ’t tijd is om aan eten te gaan denken.
Ondanks alle afwegingen sta ik mezelf toch ’t optimisme van 5 brouwerijen toe.

Na de berg die me Bug uit brengt, besef ik me dat ik niet aan tegenwind heb gedacht. Harde tegenwind.
& Verkeerde wegen inslaan.
Langs de kant van de weg bestudeer ik alle afslagen, eventuele aanduidingen voor tunnels, alternatieve bewegwijzering voor fietspaden & alles wat daarvan achtergelaten is op de kaart.
Debring moet niet zo ver zijn, maar er zijn vele wegen die een andere kant op leiden.

In Debring aangekomen rijd ik net niet de brouwerij voorbij.
Ik plaats m’n fiets tegen de muur van ’t gebouw. Voorzichtig, want men mag de verf & de stenen niet beschadigen.
Zoals in België. Uren rondgefietst. Steeds weer in dezelfde straat belandend. Opnieuw & opnieuw op de kaart gekeken. Ruzie gemaakt, omdat de ander toch had gezegd dat we die ene straat in hadden gemoeten. Uiteindelijk ’t plan opgevat ’t eens aan 1 van de bewoners te vragen. Fiets tegen de muur, kaart tevoorschijn & richting deur gewandeld.
De vrouw des huizes kwam meteen op ons afgesneld.
Ze schreeuwde iets dat de fietsen weg moesten bij de muur. Net geverfd.
‘Painté’, of iets dergelijks.
‘Allez’ vervolgens, om ons weg te jagen. Met armgezwaai.
Ze wilde niet naar onze plattegrond kijken, niet naar onze problemen met de weg luisteren. We moesten gaan. & Voortaan van haar muur afblijven.
Daarom in ’t buitenland altijd voorzichtig met ’t plaatsen van de fiets tegen de muur. & Zorg dat je de weg weet.

In de Biergarten bestudeer ik de kaart. Haal dan de Atlas te voorschijn. Vervolgens is de kaart weer aan de beurt.
Ik wissel om, stop weg, verander in m’n hoofd ’t plan & haal alles opnieuw te voorschijn.
Onderwijl neem ik slokken van m’n bier. De smaak van de middagdut verlaat langzaam m’n mond.

Toch, ja toch, als ik m’n fiets van slot gehaald heb, verwijderd heb van de muur, toch ga ik ’t vragen, als ik zie dat een plaatselijke bewoner vlak na mij de brouwerij verlaat.
‘Ist das der Weg nach Mühlendorf?’ wijs ik achter me.
‘Nein, nein,’ zegt de rood aangelopen kop mij beslist.
Dan zou ik toch die andere weg moeten nemen, maakt hij me duidelijk. Die daar verderop loopt, bij de stoplichten links.
Hij wijst totaal de andere kant op dan die ik had willen gaan & wandelt vervolgens zelf die richting alvast op. Daar waar zijn huis blijkbaar staat.
Hij wankelt, hij wandelt, hij wankelt, maar blijft steeds net overeind staan.

Ik volg ‘m langs de andere zijde van Zijperspace.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *