1e kus

‘Kan je je 1e kus nog herinneren?’ vraagt Petra aan Hendrik.
‘Nee hoor, daar denk ik nooit meer aan.’
‘Kom op,’ reageer ik, ‘je weet toch zeker wel je 1e kus te herinneren? Je weet toch bijv ook met wie je voor ‘t 1st naar bed ging. & Hoe dat is gegaan. Dan weet je ook wel wie je de 1e zoen heeft gegeven. Dat heeft vast ook wel impact gehad.’
Hendrik gaat nu bedenkelijk kijken, duidelijk op zoek in z’n geheugen. Hij herkent wel iets in z’n geheugen dat iets met een kus te maken heeft gehad, zo lijkt z’n gezicht te zeggen, maar hij is er niet volledig van overtuigd of ‘t de goede herinnering is.

Ook ik begin te twijfelen. Bij m’n opmerking over ‘t jezelf herinneren met wie je mogelijk als 1e naar bed bent geweest, kwam bij mij meteen een beeld tevoorschijn. Bij ‘t vervolg echter liet de 1e kus zich niet makkelijk illustreren.
& Toch duikt plots Debby in m’n geheugen op, zonder concurrentie van andere vrouwelijke verschijningen.

Debby was een klasgenootje op de lagere school, die net als ik bijna dagelijks in de speeltuin was te vinden. Zij altijd met vriendin Eva, ik was over ‘t algemeen vergezeld door 1 van m’n broers: Carel dan wel Quint.

We zaten in de 3e klas waarschijnlijk. Ik woonde nog maar net in de buurt, maar was wel al bekend met alle klasgenootjes. & Zij met mij. Iedereen wist waar iedereen woonde & wie met wie omging.

Ik moest wel gezelschap hebben, want anders had ik geen reden om de speeltuin te bezoeken. & Een reden moest ik zeker hebben, want anders zou men merken dat ik er niet kwam om te spelen. Ik was weliswaar de hele tijd in de schommel te vinden, maar dat was vooral omdat ik dan een goed uitzicht had op wat er zoal in de speeltuin omging. & Waar Debby zich bevond.

Iemand moet tegen me gezegd hebben dat Debby verliefd op me was. Ze wilde met me. (Op iemand zijn bestond nog niet).
Dat vond ik in 1e instantie maar niks. Ik vond Debby helemaal niet leuk, durfde ik te beweren. Maar ‘t zaad was gestrooid.

Ik had ‘t gevoel nog niet eerder meegemaakt, verliefd zijn, met iemand willen. Ik vond ‘t verschrikkelijk; ik kon alleen nog maar aan Debby denken; ik zag alleen nog maar haar, waar we ook waren. & De hele familie kwam ‘t te weten, waardoor de hele familie er grappige opmerkingen over moest maken.

Gelukkig hield zij ook van schommelen, want regelmatig bevonden Eva & Debby zich op de schommels die er waren naast de 2 die m’n broer & ik bezet hielden. Dat zorgde er dan weer voor dat m’n broer rare opmerkingen maakte & Debby & ik verlegen zwegen.
Eva wilde zich nog wel eens terug trekken, maar dat kon ik beter niet aan m’n broer vragen. Dat zou slechts averechtse gevolgen hebben. Dus betekende ‘t dat we altijd in gezelschap waren.
Tot ik op een gegeven moment met andere klasgenoten had afgesproken ipv met een broer. Waardoor ik Debby eindelijk alleen kon ontmoeten. Dat resulteerde uiteindelijk in die 1e zoen. Bij de schommels.

Ik was vervolgens nog verliefder dan ervoor; m’n familie kreeg ook nog meer uit mijn mond te horen; de pesterijen van de familie namen op gelijke voet toe.
Maar ipv dat we meer toenadering zochten, namen Debby & ik juist steeds grotere afstand tot elkaar. De zoen was zo iets geweldigs geweest, zo iets groots, dat we niet durfden te hopen dat nog een keer mee te maken. & We in steeds grotere verlegenheid tegenover elkaar stonden. Iedereen wist dat we met elkaar gingen, maar de verwachting was daardoor zo groot dat we (ik in ieder geval) erdoor geparalyseerd werden.

Nog jaren later voelde ik me verlegen als ik Debby tegenkwam, vooral ook omdat vaak genoeg een toevallig aanwezige familielid me, bij ‘t zien van Debby, aan die 1e zoen moest herinneren. Met een meesmuilende lach.

De 2e zoen is gewist uit ‘t collectief geheugen van Zijperspace.
(andere mensen kunnen die 1e zoen toch ook wel herinneren, neem ik aan?)

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *