Zweetbedekt

Ik ben gaan zitten op de bank 20 meter voor de aanlegplaats van de pont. Overduidelijk dat ik niet zat te wachten tot ik naar de overkant gebracht kon worden.
Hapje brood, slokje bier.

Ik belde Tineke. Informeerde hoe ‘t met haar ging. De verschijnselen besproken. Ook hoe ik zelf ooit bij een vriendin ben gaan slapen om elk uur wakker gemaakt te worden. Dat als je niet reageert ‘t mis zat.

Maar hoe ‘t nu met de vader van Ed zat? Wanneer & wat?
Er zijn zoveel vragen. Je wilt je mond houden, niet te veel belasten, maar daar kwamen de burn-outtranen alweer tevoorschijn in m’n keel. Iets later deden ze mijn zweet bedekken. Minieme mate, maar ‘t zout proefde anders dat m’n lippen bereikte.

Ik had 50 km gereden. Nog 30 te gaan. Tijd om na te denken straks, maar wist dat mij slechts de methode restte zo hard mogelijk, zo onnadenkend mogelijk, zo stil, zó ooit thuis te zijn.

‘Ik wil er wel bij aanwezig zijn,’ zei ik.

De boten voeren ondertussen gewoon voorbij. Volgeladen, de 1 groot & lang, de ander middelmatig. Ik telde de seconden hoe lang ‘t duurde vooraleer ze voorbij waren gegaan. 17 sec, 21 sec.
& Dan stop je ermee.

Ik zag dat er weer passagiers naar de overkant werden gebracht. De golven waren minder onrustig inmiddels. Ze kwamen veilig aan.
Toen de veerman aan de overkant stond durfde ik weer verder te gaan langs de beschaduwde zijde van ‘t kanaal.
Ik deed wat ik mezelf beloofd had. Pijn deed ‘t, maar ‘t gaf voldoening. M’n lippen proefden anders dat laatste stuk.

We wachten aan de overkant van Zijperspace.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *