ademen

Ik vind ’t prachtig staan. 3 Dikke delen naast elkaar. Leer, standvastig, robuust. Maar ik verbaas me er over, plots schiet die gedachte me te binnen, dat ik ‘m toch elke dag nodig heb. Dat ik opsta uit m’n boek, naar de kast schuifel, ’t juiste deel de kast tevoorschijn kantel, & een woord opzoek.
Verlies ik er evenveel als dat ik onderweg verzamel?

Ik ga op een laag krukje zitten. Kijk door ’t raam onder de was door. Er ontstaan nu gaten in de tuin. De stengels worden ijl. ’t Wordt een Mondriaan met strepen & vlakken, maar minder kleurrijk. Een eigenwijze roos stipt rood. Geen boogie-woogie; ’t leven is er uit. Hoewel ik weet dat er stiekem, heel stiekem, zich iets aan ’t voorbereiden is. Ik weet niet hoe ik er dan tegenaan zal kijken.
Nu laat ik ’t maar. Ik beschouw slechts m’n eigen schilderijtje, dat zich laat omkaderen door een vensterbank, een schutting & een rijtje t-shirts.
Ik laat een boer. Een oprisping die me doet denken aan de tijd dat ik nog appels at.

Ik leef m’n dag in een ritme van medicijnen. Een ½ uur voor ’t ontbijt. Zo snel mogelijk na ’t ontbijt. Een ander als ik voorbij m’n portemonnee loop. Vlak voordat ik de deur uitga. Na ’t middageten. Na ’t avondeten. Vlak voor ik naar bed ga.
Op een gegeven moment zit er slechts nog een herinnering van pijn in m’n rug. Alsof m’n heup iets meer naar achteren wil, maar ’t haar aan kracht ontbreekt. Maar de enige getuigenis van dat wat eigenlijk werkelijk aanwezig is, maar er niet is, zijn de borrels in m’n buik. Trage borrels, grote bellen lucht, die zich moeizaam door m’n darmen begeven.
‘Weet je of je een gevoelige maag hebt?’ vroeg de huisarts.
‘Nou, m’n darmen,’ zei ik. ‘M’n darmen, die kunnen wat raar doen. Vanwege . Ja, ik heb de ziekte van Graves, zie je. Ik slik strumazol & thyrax.’
‘Maar dat is je schildklier.’
‘Ja, die is nu goeddeels uitgeschakeld. Ik weet niet wat dat voor invloed heeft?’
‘Oh, dat kan geen kwaad,’ zei ze, nadat ze ’t beeldscherm had bestudeerd.
M’n maag voelt vol. M’n darmen zijn stijve, gelijktijdig gewillige ledematen. Geen organen. Daar bewegen ze te veel voor.

Ijverig komen de koolmezen & pimpelmezen de takken bestuderen. Schuren hun snavel aan de knopen. Schichtig kijken ze om zich heen. Zien me evengoed niet vanachter ’t keukenraam spieden. Niets staat stil aan hun lijf. Ik zou hun hartjes kunnen zien kloppen, als ik niet zoveel aandacht had voor de kleuren van hun verenkleed. Want alles moet snel. Elk moment kan de aanblik alweer voorbij zijn. De seconde moet genoten.
Dat lijken zij ook te denken. Ze zijn zich blijkbaar bewust van hun veel grotere tijdelijkheid. Tijdelijk nog groter gemaakt in z’n kortstondigheid. Snel schieten ze ervandoor als de struik of plant al z’n schatten heeft prijsgegeven. Ze verdwijnen tussen takken & bladeren die geen ruimte bieden voor zulke hoge snelheden. Maar toch wijkt alles om mij een vloeiende verdwijntruc voor te schotelen.
Zouden ze daarom korter leven? Vanwege hun kleine hart, dat driftige overuren maakt. Vanwege alles dat zo snel mogelijk beleefd moet worden. Vanwege ’t kleine, dat ’t grote niet aankan.
Ik snapte vroeger nooit dat Gulliver de naalden van de kleine mensjes niet kon zien. Een oog is een oog, dacht ik. Hoe kan ’t dat als je kleiner wordt, dat je dan meer kan overzien? & Zijn er andersom dingen die niet bestaan, omdat er een kolossaliteit tegenover staat die niet te bevatten valt?
Misschien bestond Gulliver wel helemaal niet voor de kleine mensjes. Zijn zij slechts ontsproten aan z’n eigen fantasie.

Elke keer als visite zich aankondigt, probeer ik de vlekken op ’t gele behang met resten verf te verdoezelen. De plek waar m’n vingers voorbij de gordijnen de muur aanraken. De omlijning van de lichtknop van de wc. De spetters in de keuken. De muren waar m’n fiets tegenaan schuurt. Geleidelijk aan moet ’t dikker worden. Uiteindelijk moet dat te zien zijn. Vooralsnog kijk ik ’t aan van de voorkant. Plat blijft ‘t. Zijaanzicht wordt niet noodzakelijk geacht. Nog niet.
M’n huis verandert & ademt mij.

& Ik adem Zijperspace.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *