guldenberg

‘Hoeveel kost deze fles?’ vraagt de man.
Ik noem de prijs.
‘Erg lekker bier,’ voeg ik aan m’n antwoord toe.
‘Maar ik weet niet of-ie geschikt is voor m’n broer,’ zegt de man. ‘’t Moet wel iets héél speciaals zijn, anders kent-ie ’t al. Heb je er ook een glas van?’
‘Nee, dat niet.’
Hij loopt naar boven & komt even later met een andere fles aanzetten. Guldenberg.
‘Nog veel beter,’ moedig ik ‘m aan. ‘1 Van de lekkerste bieren van België.’
‘Oh, dat wist ik niet.’
‘Naar mijn bescheiden mening natuurlijk.’
‘Ik pakte ‘m vooral omdat ik ‘m er mooi vond uit zien. Hij is toch niet zoet?’
‘Nee, absoluut niet. De mannen die ’t brouwen houden niet van zoet; wel van bitter.’
‘Ah, da’s goed. M’n broer houdt ook van bitter.’
‘Dan houdt-ie vast ook van duits bier.’
‘Nee, nee,’ zegt de man geschrokken, ‘geen duits bier.’
‘Oh, u moest ‘ns weten hoe lekker duits bier is.’
‘Nee, ik geloof best dat er lekker bier wordt gemaakt. & Als ik door ’t duitse land moet rijden wil ik ook best toegeven dat er mooie landschappen zijn, maar ik krijg nog altijd kippenvel als er duits tegen me gesproken wordt. Men zegt dat ’t best aardige mensen zijn, maar als ik er ben moet ik er altijd weer zo snel mogelijk vandaan.’
Ik mompel zoiets van ‘dat begrijp ik’, & inspecteer ondertussen hoe oud de man is. Heeft-ie de oorlog meegemaakt? Of de finale Nederland-Duitsland? Of moet je dat andersom zeggen: Duitsland-Nederland?
‘Ik was laatst in België,’ gaat de man verder. ‘We gingen een dagje de grens over, naar Luxemburg. Ook best een mooi land. Maar op een gegeven moment zag ik al die plaatsnaambordjes: Echternach, Diekirch, Reisdorf. Allemaal in ‘t duits. Voor mij was meteen de lol ervan af. Ik wilde zo snel mogelijk terug. ’t Landschap kon mij niet meer bekoren. Afschuwelijk vond ik ‘t, al die duitse namen.’
Ik mompel weer dat ik zoiets kon begrijpen. De man hoort ’t niet.
‘Bovendien is ’t bier daar niet te drinken,’ probeer ik nog een duit in ’t zakje te gooien. ‘In Duitsland wel.’
Maar ook dat dringt niet tot ‘m door.
‘Als iemand mij in ’t duits de weg vraagt, wend ik m’n hoofd af. Anders zou ik ‘m rechtstreeks de weg de gracht in wijzen.’
Ik pak z’n cadeau in. Inclusief glas.
De man bedankt.Verlaat de winkel.
Als-ie buiten is, oefen ik: ‘Goeldenberg’. Op z’n duits.

& Vraag me af hoe koud de grachten zijn in Zijperspace.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *