apothekersassistente

De vorige keer had ze al uitgerekend hoeveel ik er nog tegoed had. ’t Ging wat moeizaam. Na enkele tellen had ik haar de oplossing ‘128’ toegefluisterd, maar daar ging ze niet op in, omdat ze tegelijkertijd met haar cheffin moest overleggen.
‘Hoeveel mag ik er nu nog mee geven?’
‘Wil jij dan tekenen voor goedkeuring?’
‘Wat moet ik dan in de computer zetten?’
‘Hoeveel pillen dan de volgende keer?’
& Toen bleek ’t inderdaad 128 te moeten zijn: 6 weken lang 3 pillen per dag.
Misschien dat ik toen te veel bezig was met de grote hoeveelheid nieuwe pillen die ik moest gaan ontvangen (ik moest vooral zeggen dat ‘t chronisch was, had de internist gezegd, & anders weer liegen dat ik op vakantie zou gaan; dat had de vorige keer immers ook gewerkt), & ’t feit dat ik ze in 8 weken tijd allemaal geslikt zou moeten hebben, ’t bezoek aan de internist een kwartier ervoor zal ook de nodige indruk op me achtergelaten hebben, misschien dat ze die 1e keer andere kleren droeg, maar vandaag bleef m’n blik aan haar gekluisterd.
’t Was de 2e maal dat ik langs was voor ‘tzelfde recept.
‘We mogen van de verzekering niet meteen de hele hoeveelheid pillen meegeven de 1e keer,’ had ze de vorige keer uitgelegd, ‘want ’t komt heel vaak voor dat mensen de behandeling niet volhouden. Daar wil de verzekering op bezuinigen. Dus krijg je nu slechts voor 2 weken mee, & als je terugkomt de rest.’
Dus zei ik bij terugkomst: ‘Er liggen pillen voor mij klaar.’
In de veronderstelling dat ’t allemaal al klaargemaakt was. Ze had immers de hele tijd met doosjes & potjes rondgelopen.
Waarop haar wiegelende billen op zoek gingen. Ik wist dat er nog andere lichaamsdelen aan vast zaten, maar daar had ik even geen belangstelling voor. Ik had vol zicht vanaf mijn kant van de balie. Verontrust keek ik af & toe om me heen of de mensen die op hun beurt aan ’t wachten waren konden zien dat ik ongegeneerd van haar billenpartij genoot. Maar ik was werkelijk de enige die de voorstelling kreeg voorgeschoteld. Een solo-optreden, maar dan andersom.
‘Weet u wel zeker dat die pillen al klaargezet zijn?’ vroeg ze even later.
‘Ik dacht ’t wel. Dat begreep ik tenminste de vorige keer. Dat was ook bij jou, dacht ik.’
Maar toen was ik nog niet gebiologeerd door je blik, dacht ik. & Alles wat je meedraagt.
Zij begon opnieuw ’t beeldscherm te bestuderen. Wat ik me liet welgevallen. Nog nooit zo’n genoegen geschept in wachten. Lijdzaam was ik. Ik kon wel uren hier doorbrengen.
Snel keek ik bij die gedachte weer achterom. Zij, de mensen op de stoelen, recepten in hun handen geknepen, met in hun hoofd nog dat wat de dokter had gezegd, mochten niet merken dat ik mijn blik naar haar borsten had laten afzakken. Had gekeken hoe strak haar bh zat. Hoe haar shirt bolde, haar blik gekeerd naar ’t scherm, maar haar shirt, dat deel van haar shirt, op mij gericht was.
‘Nee, volgens mij moet ik ’t nog klaarmaken,’ concludeerde ze nav de gegevens voor haar.
Ik had haar ondertussen 3 keer uitgekleed, besefte ik me schuldbewust.
‘Dan zal ik me wel vergissen,’ zei ik.
Ze liep weer naar achter. Pakte uit een la doosjes tevoorschijn & legde dat op de tafel. Plakkertjes, potjes, formuliertjes, pen & schaar gebruikte ze. De werkbank van de apotheker.
& Ondertussen was geen van haar collega’s aanwezig. Allemaal naar ’t kantoortje boven geslopen? Belangrijke spoedvergadering terwijl ’t vol zat met wachtenden.
’t Interesseerde me niet. Ze stonden niet in m’n beeld. Ze hinderden niet mijn vrije zicht op de bewegingen van mijn eigen persoonlijke apothekersassistente. Die steeds maar weer lichtjes voorover moest bukken. Waardoor ik met blosjes op de wangen ’t publiek achter me in de gaten moest houden.
Allemaal blijven zitten, probeerde ik de wachtende zieke mensen in te seinen met mijn gedachten, voor 5 minuten is ze van mij.
& Uiteindelijk kwam ze terug. Met 1 potje & 2 doosjes. ’t Had nog wel een eeuwigheid mogen duren.
‘’t Voordeel is,’ zei ik met een glimlach, ik hoopte dat-ie hartveroverend was, ‘dat ik met deze pillen minder vergeetachtig ga worden. Dan gaat ’t de volgende keer goed.’
Ik hoopte eigenlijk van niet. Ik wilde m’n leven lang ziek zijn & dan op ’t goede moment verschrikkelijk vergeetachtig.
Maar ze lachte. Terwijl ze de laatste data bij de rest van mijn gegevens inbracht in de computer.
‘’t Zijn er 250,’ zei ze onderwijl. ‘Dan heb je er voorlopig genoeg.’
Ik glimlachte wederom, maar begreep meteen de consequentie ervan.
Op de fiets naar huis rekende ik uit hoeveel weken ’t nu zou duren voor ik weer terug mocht komen.

Weer een eeuwigheid er bij in Zijperspace.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *