begrepen

‘Förstå’ is ’t werkwoord. ‘Verstaan’.
Ik zie ’t deense echtpaar weer voor me staan.
‘Ja, jag kan förstå ni,’ zei ik.
Ik had ze kunnen verstaan, had ik gezegd.
Nee, dat zei ik eigenlijk niet. Dat had ik willen zeggen. Nu had ik gezegd dat ik ze kon verstaan.
‘Jag förstod ni.’
Ik verstond u.
Had ik ook kunnen zeggen.
Of is dat de verkeerde verbuiging?
Förstå, förstod? Förstodde?
‘Hade förstått’, dat in ieder geval. ‘Had verstaan’.
Ik had willen zeggen: ‘Ik kon verstaan wat u zei.’
Dan heb je verleden tijd nodig.
Förstod. Of ‘förstodde’? Waar haal ik dat ‘förstodde’ toch vandaan?
Förstodde. Förstodde. Förstodde. Förstodde.
Förstått.
Nee, even terug naar dat deense echtpaar. Dat stond voor me. Ik zei ’t in ’t zweeds & ze luisterden niet eens naar wat ik zei.
Dan zeg je: ‘Ja, jag kan förstå ni.’
& Dan doen ze daar niks mee.
Ze keken me een beetje glazig aan. Weer van dat onverstaanbaar engels gebrabbel, zo keken ze. Die amsterdammers kunnen niet eens fatsoenlijk engels spreken.
‘I want to have these bottles,’ ging de man na de glazigheid uit z’n gezicht geveegd te hebben onverstoorbaar door.
‘Ja, dat begreep ik,’ wilde ik zeggen. ‘Ja, jag förstod det.’
Förstod. Daar is-ie weer. Förstod. ’t Klinkt zo stom.
Ik moet ergens anders aan gaan denken. Aan hoe mooi de zon buiten schijnt. Hoe lekker de vette hamburger in de vroege ochtend was. Hoe ik achter de schaapjes aan over ’t hek spring. Bijvoorbeeld in m’n blootje. Of dat ik in de trein zit die momenteel achter ’t huis langs gaat. Of dat ik er boven vlieg. & Door de bocht heen over andere oorden scheer.
Förstå. Stå. Daar is ’t van afgeleid.
‘Jag stod vid stolen.’
Ik stond bij de stoel.
Daar is ’t ook ‘stod’.
‘Förstod’ is dus de verleden tijd.
Förstod. Förstod. Förstod.
Wat wilden die deense oudjes eigenlijk hebben? Ze hadden naar de glazen gewezen. & In hun handen hadden ze een paar flesjes bier.
‘Jag hade förstått ni.’
Ik had u verstaan.
Dat had ik best mogen zeggen.
‘Varsågod,’ had ik uiteindelijk gezegd, toen ik ze ’t glas ingepakt had overhandigd.
‘Ah, du snackar svenska,’ zeiden ze toen.
Dat ik zweeds sprak.
‘Ja, jag kan förstå ni,’ had ik toen gezegd. ‘Jag har läst svenska vid universitet.’
Dat ik zweeds aan de universiteit had gestudeerd.
‘Så du kan förstå danska också?’ zei de man.
Verdomme, komt dat ‘förstå’ weer.
Stå, stod, stått. Förstå, förstod, förstått.
Ja, ik kan jullie verstaan. & Sodemieter nu maar op. Ik wil gewoon een dutje doen. Rustig op de bank. Jullie zijn bijna 24 uur geleden uit m’n leven verdwenen. Zo goed als definitief. & Toch blèren jullie förstå, förstod, förstått in m’n hoofd. Misschien zijn jullie al dood. Zo oud zagen jullie er in ieder geval uit. Dat ’t elk moment zou kunnen gebeuren. & Anders zie ik jullie toch niet eerder dan dat ook mij de dood zal overkomen. Dus donder op. Weg uit m’n kop.
Verstaan?

Ik wil wel weg hier, maar zit een beetje opgesloten in m’n eigen Zijperspace.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *