Ik beleef ook niet zoveel. Dat wil me maar niet lukken, veel beleven. Lang geleden wel, zou je kunnen zeggen, toen er altijd wat aan de hand was. Ik wist alleen nooit met wie er wat aan de hand was. Achteraf bleek altijd weer dat dat met mij was. Niemand die me iets vertelde. Ik moest er zelf achter komen.
Je zou kunnen zeggen dat wat ik beleef vooral in boeken staat. Wat er nog niet in staat voeg ik er hier aan toe. Dat blaas ik een beetje op. Zodat ’t nog wat lijkt. Iemand moet ’t doen, zeg ik altijd maar.
Die vliegen die vandaag buiten onder m’n waslijn aan ’t rondcirkelen zijn, die maken volgens mij ook niks mee. Ze moeten er iets van maken, & daarom vliegen ze maar de hele tijd ’tzelfde rondje razendsnel. Met plotse wendingen, zodat ze de hele tijd hun leefwereld van een andere hoek kunnen bekijken. Ze moeten wat, denken ze blijkbaar. Als zij een weblog of dagboek zouden moeten bijhouden, zouden ze ’t waarschijnlijk de hele tijd hebben over de hoeken die ze gemaakt hebben. Of hoe ze die andere vlieg met fascinatie voor waslijnen ternauwernood hebben kunnen ontwijken.
‘Vandaag heb ik een hoek van 136° gemaakt, waarna ik de waslijn van dat mensgedrocht (hij loopt er steeds onderdoor, waardoor ik m’n rondjes moet onderbreken) met een onwerkelijke glans kon bewonderen.’
Da’s dan ’t vliegenverhaal. Hij leeft niet zo lang, maakt niet zo veel mee. Maar wat-ie meemaakt, beleeft-ie intensief.
Net als Stephen Hawking. Die beleefde ook niet zoveel, zonder bewegingen, zonder mogelijkheid om te praten. Dus ging hij maar dingen buiten z’n eigen universum beleven. & Goed over die belevenissen nadenken. Hij had er de tijd voor. Bij gebrek aan avonturen in vreemde oorden.
Stel je voor dat Stephen Hawking wel naar ’t Himalaya-gebergte kon. Om avonturen te beleven. Zuurstof-apparatuur gebruikte om boven op de top te komen & vervolgens over kms gletsjers naar beneden zou glijden. Dan was de ruimte niet zoals wij nu denken dat-ie is.
Hoewel er altijd andere mensen opstaan die niet zoveel meemaken. Die maken dan de ruimte weer een andere ruimte. Als ze tenminste goed zijn in ’t er dik bovenop leggen.
Uiteindelijk wordt Zijperspace misschien wel de echte ruimte.