Ik weet allang niet meer hoe ze heette. ‘t Is al 12 jaar geleden. Ik heb ‘r alleen maar tijdens de Intree-week van de universiteit gekend. & Een paar weken daarna. Maar toen ze vertelde dat ze een kamer op een zolder bewoonde, waar ze desnoods de hele dag in haar blootje rondliep, is ze opgeslagen in m’n geheugen.
Dat wilde ik ook wel. Naast in haar appartement aanwezig zijn op ‘t moment dat ze die neiging had, wilde ik ook wel de vrijheid hebben naakt rond te lopen in m’n eigen huis. Zonder dat iemand ‘t zou zien.
Sommige mensen vinden ‘t leuk om ‘t te doen als anderen ‘t juist wel zien, maar dat hoeft niet voor mij. Ik woonde nog maar net op de Albert Cuyp, toen m’n overbuurvrouw dat soort gedrag tentoonspreidde. ‘t Was een zondagochtend & zij had blijkbaar net een leuke nacht met haar gezelschap gehad, getuige de ontspannen wijze waarop zij beiden zich door de kamer begaven. ‘t Zou ook kunnen dat ‘t zijn huis was, want hij deed op een gegeven moment toch iets voor de ramen. & Haar gezicht, laat staan de rest van haar lichaam, heb ik niet meer gezien. Reken maar dat ik haar herkend zou hebben.
Van mij hoeft dat dus niet zo. Ik vind ‘t niet leuk als andere mensen er aanstoot aan kunnen geven. De vrijheid is heerlijk, maar ‘t moet niet belemmerd worden door de gedachte dat anderen genoeglijk of geschokt mee zitten kijken. Bij mij thuis kan niemand buiten zien wat zich binnen afspeelt. Aan de voorkant heb ik m’n gordijnen bijna altijd dicht; de achterkant hoef ik slechts ½ af te sluiten om zeker te weten dat niemand me kan zien.
Nou moet men niet denken dat ik hele dagen, al m’n vrije tijd naakt in m’n huis doorbreng. ‘t Is slechts dat die mogelijkheid er is. Ik sta ‘s ochtends op & trek nog niet meteen m’n kleren aan. Dat is ‘t eigenlijk. Binnen 5 minuten is dat wel ‘t geval, want dan heb ik trek in thee. Daarvoor moet ik in de keuken zijn. Waar geen gordijnen hangen. ‘t Is gewoon dat ‘t prettig is dat ik de mogelijkheid heb. Als ik de hele dag in een stom t-shirtje wil lopen, kan dat ook (totdat ik de straat op ga, want ik ga natuurlijk niet buiten rondlopen met stomme t-shirtjes).
Er zijn schilders aan m’n huis aan de voorkant bezig. Daarnet vroeg 1tje of ik de ramen schuin open wilde zetten. ‘t Zijn van die kantelramen. Dan kon-ie tenminste goed z’n werk doen. Vorige week dacht ik nog dat ‘t een buitenlander was, maar dat was blijkbaar op een moment dat ik ‘m overviel met een vraag. Hij kwam toen niet goed uit z’n woorden. Nu sprak-ie opeens vloeiend nederlands. Dus ik begreep wat-ie bedoelde.
‘t Betekent wel dat nu m’n gordijnen open staan aan de voorkant. ‘t Betekent eigenlijk dat alles open staat, kan niet anders vanwege de tocht. Je kan nu door ‘t voorruit mij in de tuin zien zitten. Daar zit ik nl een boek te lezen. Met al m’n kleren aan, wel te verstaan.
Een vriendin had een keer dezelfde neiging als de overbuurvrouw op de Albert Cuyp. Na een heerlijke nacht gooide zij gewoon de gordijnen open. Terwijl ze net uit bed kwam stappen.
‘Hé, iedereen kan je zien,’ zei ik.
Ik moet toegeven, ‘t was een heerlijk gezicht om haar te zien. Ik kon er zelf ook geen genoeg van krijgen. Misschien was ‘t ook wel een bepaalde mate van jaloezie dat ik haar aanblik nu ook met anderen aan de overkant moest delen.
‘Ach, dat kan me na zo’n nacht niet zoveel schelen,’ zei ze.
Dat vond ik dan weer heel vleiend.
Toch voel ik me niet geheel op m’n gemak in een open Zijperspace.