belletje

‘Hoi, Ma. Hoe gaat ‘t?’
‘t Is zaterdagochtend. Nog rustig op m’n werk. De stilte voor de storm. Ma opbellen is een manier om dat gat van nietsdoen op te vullen.
‘Zeg, je schreef dat je de stukjes over Pa bij elkaar had gezet,’zegt m’n moeder, ‘maar nu zie ik dat niet staan.’
‘t Staat gewoon aan de linkerkant,’ zeg ik. ‘Als je nou naar de comp aanzet, dan kan ik ‘t je beter uitleggen.’
‘Maar dan moet ik wel naar boven.’
‘Ik blijf wel hangen. ‘t Is toch rustig.’
Er zijn 2 telefoons aangesloten bij m’n ouders: 1 in de huiskamer & 1 in ‘t kamertje van de comp.
‘Niek, praat jij eens met Ton terwijl ik naar boven ga.’
Ze heeft blijkbaar de telefoon overgegeven aan m’n vader. Tot ‘t moment dat ze boven de hoorn opgepakt wordt kan beneden niet neergelegd worden, want anders is de verbinding verbroken.
‘t Blijft stil.
‘Nou, zeg dan wat tegen hem,’ hoor ik m’n moeder van een afstand zeggen, waarschijnlijk vanaf de trap.
Op wat geritsel na blijft ‘t stil.
‘Hoi, Pa,’ probeer ik.
‘Je kan toch wel iets tegen Ton zeggen?’
Ik hoor m’n vader wat tegen m’n moeder murmelen. Al pratend komt m’n moeder weer dichterbij de hoorn.
‘Hier. Als je er nou in praat, dan kan ik naar boven, terwijl jij wat tegen Ton zegt.’
‘Hallo, Pa.’ Nieuwe poging.
‘Ben jij dat Ton?’
‘Ja, ik ben ‘t.’
‘Ma neemt boven de telefoon.’
Voor de rest zwijgt m’n vader.
‘Heeft-ie nou wat gezegd?’ M’n moeder aan de andere telefoon.
‘Nou, 1 zinnetje. Ik weet ook niet of-ie nou neergelegd heeft.’
‘Ik snap ‘t niet hoor. Ik geef ‘m de hoorn aan & hij houdt ‘m op z’n kop aan z’n oor. Dan hoor je ook niks.’
‘Hij is dus weer erg in de war?’
‘Gister ging ‘t goed hoor. & Als-ie straks een dutje heeft gedaan kan ‘t weer helemaal over zijn. Maar andersom kan ook ‘t geval zijn.’
‘Je hebt nu internet? Nou, links staat ‘t. Moet je een stukje naar beneden.’

‘t Leven moet wel gewoon doorgaan in Zijperspace.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *