4 Studenten. Dat zie je zo. De mate van corpsballerigheid moet ik nog even onderzoeken.
Ik loop langs ze terwijl ze voor de koelkast staan. Diverse malen. Zij proberen te beslissen over wat te nemen, ik sleep met kratten, dozen & flessen.
Ik heb t druk, maar ik had t ook niet druk kunnen hebben. Of een andere bezigheid kunnen kiezen. Nu heb ik elke keer iets om langs ze heen te dragen. Ik maak onhandige stapels verderop in de zaak.
Zo, u heeft aardig wat te tillen, merkt er 1tje op.
Ja, t is een zwaar vak, reageer ik maar.
Ik stapel ondertussen een grote krat bovenop een kleine doos. Niet zoals t hoort. Maar ik ben aan t improviseren. Zodat ik de heren kan testen.
Ik kies voor t mooie flesje, zegt er 1 & pakt Orval.
Dan neem ik deze maar, zegt de volgende.
Duchesse de Bourgogne.
De andere 2 komen met Urquell & IJ-wit.
Hebben we een leuke keuze gemaakt, meneer? vragen ze me bij de kassa.
Ik ben geen meneer, zeg ik, ik heb t wel geprobeerd, maar t wilde niet lukken.
Ze gniffelen. Schakelen vervolgens meteen over op t onderwerp hoe de flessen te openen.
Heeft u een flesopener? vraagt de jongen met t streepcolbertje.
Nee, hebben we niet nodig, zegt de jongen naast m. Jullie hebben mij toch.
Ja, wij hebben Jasper, beaamt de lange blonde jongen.
Jasper haalt een klein openertje tevoorschijn.
Tevreden verlaten ze de winkel.
Ook al schijnt de zon niet, we kunnen er evengoed van genieten, hoor ik ze nog net zeggen.
U bent klaar met sjouwen? vraagt Jasper een kwartier later.
Hij is teruggekomen met t streepjescolbertje.
Nee, ik moet ook af & toe pauze houden, antwoord ik. Anders red je t niet.
Kunt u voor ons 4 lekkere biertjes aanwijzen? vraagt streepjescolbert.
Ik ben geen u, zeg ik.
Ik vertik t om daar aan mee te doen. t Blijken best aardige jongens te zijn, maar ik doe niet aan hun spelletje mee.
Ok, maar we willen een lekker biertje. Volgens mij heeft u wel verstand van lekker bier.
Dat heb ik, maar daarom ben ik nog geen u, corrigeer ik nogmaals.
Ik wijs 2 duitse bieren & 2 belgische bieren aan.
Die zijn lekker? vraagt Jasper.
Nee, t liefst verkoop ik alleen maar vies bier, zeg ik, & dit leek me een goede gelegenheid om daar ns volledig in te slagen.
Toch nemen ze mn suggesties mee naar de kassa.
Heeft u ook
. begint streepjescolbert weer.
Nee, zegt Jasper, we hebben Jasper.
O ja, zegt streepjescolbert. Ga nooit de deur uit zonder je Jasper.
Nu staat Jasper met de lange blonde voor de koelkast te staren.
Ha, jullie zijn er weer? zeg ik.
Ja, we zaten te kijken, merken ze op als ze hun rug rechten, heeft u ook misschien Heineken?
Heeft je moeder je niet geleerd dat je niet moet vloeken in de kerk? vraag ik.
U heeft geen Heineken? zegt de lange blonde.
Nee. Als je dat wil hebben kan je naar dat getto aan de overkant. Die supermarkt zit er helemaal vol van. Hier vind je alleen maar speciaalbier. Wij willen kwaliteit vekopen.
Heineken is toch ook lekker. Waarom verkoopt u dat niet? vraagt Jasper.
Heineken is uilenzeik. Daar wil ik niet aan meedoen.
Ze pakken 4 flessen Brand uit de koelkast.
Brand is ook van Heineken.
Weet ik. Maar die smaakt tenminste nog ergens naar.
Eigenlijk voel ik me een beetje beledigd, zegt de lange blonde. Ons huis wordt gesponsord door Heineken.
Dan moet je thuis gaan zitten, zeg ik. Dan komt meneer Heineken straks vast wel langs om zn bijdrage te leveren.
Fred is dood.
Reden te meer om te wachten. Zn dochter ziet er vast leuker uit.
Ze betalen de 4 flessen & verlaten de winkel.
Ik voel me best beledigd, zegt de lange blonde. t Is best een mooi huis.
Jasper legt een hand op zn schouder & begint met de ander alvast te zoeken in zn broekzak.
We verplaatsten nog wat kratten in Zijperspace.