bingo

Ik heb trek in een blikje bier. Dat schijn ik op deze zaterdagavond nog te kunnen halen bij de snackbar, die onder ‘tzelfde dak als ‘t café-restaurant zit. Waaronder ook de grote zaal zich bevindt.

‘OTTO 35.’

‘t Geheel ziet er lekker ordinair uit. 10 Snorren & 5 mollige dames op pantoffels minder & ik had er heel anders over gedacht. Nou ja, als ook die stem wat minder in m’n oor knetterde.

‘NICO 18.’

Een dikke jongen (met snor) bedient de klanten van de snackbar. Hij is ijverig in ‘t voorlaten van de reguliere bezoekers. Vooral dan de mannen die hun vrouw net hier hebben afgezet & in ‘t naastgelegen café zich te goed doen dankzij de goedkeuring van ‘t vrouwtje. ‘t Is zaterdag, ze hebben allebei vrij. Die mannen roepen hun bestelling door de afscheidende tralies & krijgen een minuut later hun snack aangereikt. De rest wacht.

‘GERARD 19.’

Zou niemand door hebbben dat die mikrofoon veel te hard staat? Ik kwam aanlopen & buiten schelde haar stem al in m’n oren. & Terwijl de versterker al op een te hoog nivo staat afgesteld, lijkt ze de nrs er ook nog eens in te moeten schreeuwen.

‘ISAAK 23. BINGO VOLGT.’

FF rust. De dames kunnen afgunstig kijken naar ‘t meisje dat ‘t podium mag beklimmen, waar de dikke omroepster de kaart controleert. Ze neemt er de tijd voor. De dames moeten immers de hele avond beziggehouden worden.

”T WAS EEN GOEDE BINGO. WE GAAN NU VOOR DE VOLLE KAART.’

Later op de avond heb ik trek in nog een blikje bier. Buiten hoor ik de stem van de omroepster niet schallen, ‘t lijkt rustig. Een heel verschil met mijn kant van de camping, waar de boxen van een auto lijken te kunnen fungeren als die van een disko. Ik kan ‘t bij ‘t café-restaurant nog horen. Toch 100 meter verder, schat ik.
Zogauw ik echter ‘t recreatie-gedeelte van de camping betreed, begint de dame met haar schelle stem weer te gillen.

‘WE GAAN BEGINNEN. KUNNEN DE DAMES HUN GILLENDE KINDEREN VASTLEGGEN. DAN KAN IEDEREEN MIJ VERSTAAN.’

Ik ben ‘t systeem van bingo allang al vergeten. Welke nrs onder welke letters horen, weet ik niet meer. ‘t Is lang geleden dat ik met kinderbingo mocht meedoen bij de speeltuin. Dat was toch een aardige man. Een man met een zeer rustige stem. Zodat wij kinderen ons volledig konden concentreren op de bingo-kaart.
Dat was ook altijd op zaterdag. Was m’n moeder een tijdje van ons af.

‘WE GAAN NU VOOR DE ‘N’. DUS DE 2 ZIJKANTEN & DAN VAN LINKSBOVEN NAAR RECHTSBENEDEN DE SCHUINE LIJN.’

Volgens mij deed die man in de speeltuin ‘t ook zonder mikrofoon. Hij kwam vanzelf wel boven de kinderen uit. Die waren toch rustig door de spanning.

‘NICO 45.’

Vakanties & speeltuinen dienden vroeger voor de rust van de mens in Zijperspace.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *